De Nederlandse diervoedersector wil een belangrijke bijdrage leveren aan kringlooplandbouw en aan verlaging van de milieu-impact van dierlijke ketens via de mogelijkheden die diervoeders bieden. Nevedi deelt daarom haar ambities omtrent verduurzaming van diervoeder.
Het project Duurzaam Diervoeder 2030 richt zich op vier duurzaamheidsthema’s: klimaat, biodiversiteit, circulariteit en Europese herkomst. Voor al deze duurzaamheidsthema’s zijn KPI’s ontwikkeld, waarmee de bijdrage van diervoeder aan verduurzaming van dierlijke ketens inzichtelijk wordt gemaakt. Deze aanpak maakt Nevedi meetbaar voor haar leden, de overheid, ketenpartijen en maatschappelijke stakeholders door een monitor voor duurzaam diervoeder te ontwikkelen.
De systematiek van het project is extern getoetst op gehanteerde methodiek en betrouwbaarheid van de meetresultaten. Daarnaast houdt een technische werkgroep met nutritionisten, data-analisten, vertegenwoordigers van bedrijven en het ministerie zelf ook toezicht op de methodologie en de uitvoerbaarheid.
Carbonfootprint verlagen
Nevedi en de pluimveehouderij hebben afgestemd dat de inzet voor duurzame pluimveevoeders zich vertaalt in verschillende ambities. Allereerst is Nevedi voor een verlaging van de carbonfootprint van diervoeder voor pluimvee van dertig procent in 2030 ten opzichte van 2018. Dit wil het bedrijf doen door verduurzaming van de teelt van grondstoffen, onder andere door het gebruik van ontbossingsvrije grondstoffen, energiebesparing en inzet van groene energie voor het produceren van (meng)voer en het verduurzamen van het transport van diervoeder.
Daarnaast stuurt Nevedi op het gebruik van honderd procent ontbossingsvrije soja en palm vanaf 2025 en honderd procent conversievrije soja- en palmproducten vanaf 2030.
Focus op rest- en bijproducten
Op het gebied van circulair diervoeder is de ambitie is om het gebruik van rest- en bijproducten en voormalige voedingsmiddelen in de periode tot 2030 minimaal op hetzelfde niveau te houden als in 2018. Dit staat gelijk aan 21 procent. Door een sterk verhoogde concurrentie op de inzet van rest- en bijproducten met name voor energie is dit een uitdaging op zich volgens Nevedi.
Europese herkomst
In 2018 was 75 procent van alle diervoedergrondstoffen voor pluimvee afkomstig uit geografisch Europa. De ambitie is om dit zeer hoge niveau tot 2030 te kunnen handhaven, gezien de volatiele markten en het reeds hoge percentage is dat al een uitdaging op zich. Zeker met oog op de nutritionele waarden van de pluimveevoeders om diergezondheid te behouden.
Afstemming belangrijk
Afstemming tussen de diervoedersector en de ketenpartijen over verduurzaming van de pluimveeketen is belangrijk om het behoud van dierenwelzijn en positie van de pluimveehouder in acht te nemen volgens Nevedi. De dierlijke ketens hebben te maken met volatiele (grondstof)markten, markt- en beleidsonzekerheden en sectordoelstellingen onder andere op het gebied van dierenwelzijn. Dit kan het behalen van bovengenoemde ambities beïnvloeden.
Omdat de pluimveesector in een competitieve Europese markt opereert is het volgens Nevedi cruciaal dat er een daadwerkelijke vraag naar duurzamere concepten ontstaat om de gestelde ambities te kunnen realiseren. De ambities worden afgesproken op sectorniveau en de Monitor Duurzaam Diervoeder representeert daarmee de gehele sector.
Bron: Nevedi