Per 1 juli 2023 wordt de verplichte monstername voor de monitoring van zoönotische salmonella door houders van vermeerderingsdieren in Nederland verlaagd. De monstername vindt minimaal elke drie weken plaats. De houders van vermeerderingsdieren in Nederland hebben een brief van de NVWA hierover ontvangen.
Belang voor de voedselveiligheid en volksgezondheid
De monstername op salmonella is uitgevoerd in het belang voor de voedselveiligheid en de volksgezondheid in Nederland. Dit om te voorkomen dat met salmonella besmette producten in de voedselketen terecht komt. In Nederland zijn houders van vermeerderingsdieren verplicht om minimaal elke twee weken een bemonstering uit te voeren op het bedrijf. Elke houder van vermeerderingsdieren voert een bemonstering uit voor onderzoek naar zoönotische salmonella bij de dieren. Europese en nationale regelgeving schrijven voor op welke wijze en hoe vaak de bemonstering in het kader van de monitoring zoönotische salmonella uitgevoerd dient te worden.
In Nederland hebben we in 2021 en 2022 voldaan aan de Europese doelstelling. Daardoor wordt de verplichte monstername vanaf 1 juli 2023 verlaagd naar minimaal elke drie weken. Ook de frequentie van de officiële monstername door de bevoegde autoriteit gaat omlaag. Elk koppel op een vermeerderingsbedrijf zal nu twee keer per productieronde worden bemonsterd, in plaats van drie keer. Het bedrijf C-Mark B.V. voert deze monstername in opdracht van de NVWA uit.
Europese doelstelling
Volgens de Europese doelstelling mag vanaf 1 januari 2010 maximaal 1% van de volwassen vermeerderingskoppels in een lidstaat besmet zijn met Salmonella (Enteritidis, Infantis, Hadar, Thyphimurium en Virchow). Voldoet een lidstaat ten minste twee achtereenvolgende kalenderjaren aan voornoemde doelstelling van 1%, dan mag de bevoegde autoriteit de bemonstering op het bedrijf elke drie weken laten plaatsvinden. De bevoegde autoriteit is in dit geval de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
In 2020 is deze doelstelling in Nederland niet behaald en was 1,42% van de volwassen vermeerderingskoppels besmet met salmonella. Dit was de aanleiding om de frequentie van de monstername de afgelopen jaren te verhogen naar minimaal eens in de twee weken.
In 2021 was het aantal met salmonella besmette volwassen vermeerderingskoppels 0,38% en in 2022 was dit 0,25%. Hiermee hebben we als Nederland weer voldaan aan de doelstelling van 1%.