Met de huidige vogelgriepuitbraken is het voor pluimveehouders een spannende tijd. De uitbraken zorgen voor veel ongerustheid bij de bedrijven en binnen de sector. Ondertussen spant de sector zich in om verdere besmettingen te voorkomen. Bijvoorbeeld door bezoekers op het erf en in de stallen zoveel mogelijk te beperken. Toch wil de NVWA benadrukken dat de programma’s ter bescherming van de gezondheid van dieren én mensen wel door moeten gaan.
Zo is het van groot belang dat de monitoring van Salmonella ook tijdens vogelgriepuitbraken doorgang vindt. Dit is namelijk een vereiste om de Europese subsidies te blijven ontvangen op het Salmonella programma. De NVWA verzoekt pluimveebedrijven daarom om te blijven meewerken aan officiële monstername van Salmonella.
Het belang van monitoring op Salmonella
Binnen Europa gelden afspraken in het kader van het Nationaal Controle Programma Salmonella. Als onderdeel van dit programma vindt met regelmaat een verplichte monstername plaats bij pluimveebedrijven. Deze monstername is van belang voor de voedselveiligheid en de volksgezondheid in Nederland. Dit monitoringsprogramma helpt bij het voorkomen dat met Salmonella besmette producten in de voedselketen terecht komen.
C-mark hanteert strikt hygiëneprotocol
Het bedrijf C-Mark B.V. voert in opdracht van de NVWA de monstername uit. C-Mark B.V. werkt volgens een strikt hygiëneprotocol voor bezoekers van pluimveebedrijven. Bedrijven in een beschermings- en/of bewakingsgebied worden niet bezocht voor monstername. Buiten deze gebieden vindt wel officiële monstername van Salmonella plaats. Deze monsternames zijn een uitzondering op het landelijk bezoekverbod, omdat dit noodzakelijk is voor de volksgezondheid.
De officiële monstername geldt voor:
- Vermeerderingsbedrijven (alle stallen drie monsternames per productiecyclus)
- leghennen (één stal per bedrijf met meer dan 1.000 dieren)
- vleeskuikens (één stal bij 10 procent van de bedrijven)
- en kalkoenen (één stal bij 10 procent van de bedrijven).
Bron: NVWA