De werkwijze rondom Salmonellaonderzoek bij (opfok)leghennen is per 1 januari 2021 aangepast. De keuze om een verificatieonderzoek uit te laten voeren komt te vervallen. Dit heeft het ministerie van LNV laten weten.
De wijziging komt voort uit een gewijzigde interpretatie van Europese regelgeving. Dit ligt ook in lijn met het besluit van één jaar geleden om het verificatieonderzoek bij (opfok)(groot)ouderdieren aan te passen.
Wat is er gewijzigd?
Voorheen hadden (opfok)leghennenbedrijven een keuze na een eerste positieve testuitslag met Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium (incl. monofasische Salmonella Typhimurium): de besmetting accepteren óf een verificatieonderzoek laten uitvoeren. Het uitvoeren van een verificatieonderzoek is per 1 januari niet meer mogelijk. De kippen worden daarom direct na de eerste positieve testuitslag door de NVWA Salmonella besmet verklaard. Vanuit de NVWA is ook contact gezocht met de pluimveehouder bij een positieve testuitslag. Alleen bij leghennenbedrijven neemt de NVWA vervolgens nog monsters in de andere stallen.
Voor de pluimveehouder zijn er twee keuzes bij een positieve testuitslag:
Voor een opfokleghennenbedrijf:
- het koppel wordt geruimd/logistiek geslacht;
- het koppel opzetten op het leghennenbedrijf, met handhaving van de status Salmonella besmet gedurende de hele ronde. Dat betekent dus gekanaliseerde afvoer van eieren naar de eiproductenindustrie.
Voor een leghennenbedrijf:
- het koppel in productie houden en de eieren gekanaliseerd afvoeren naar de eiproductenindustrie;
- vervroegde slacht en gekanaliseerde afvoer van de aanwezige eieren naar de eiproductenindustrie.
Wat kunt u doen?
Een zorgvuldige monstername ter voorkoming van een onbedoelde besmetting is daarom nog belangrijker geworden. Was daarom vooraf uw handen, gebruik schone laarzen (ook de binnenkant van de overschoentjes wordt onderzocht), verstuur monsters direct en verpak ze goed.
Controleer of op het inzendformulier de juiste gegevens staan. Een voorbeeld inzendformulier van AVINED kunt u hier vinden. Andere formulieren zijn ook toegestaan, mits de benodigde informatie erop staat.
Zorg ervoor dat de monsters duidelijk voorzien zijn van een identificatie, waaronder het stalnummer. Bij onduidelijke nummering (of bij het samenvoegen van monsters van meerdere stallen) is de kans ook groot dat alle stallen besmet worden verklaard.
Hoe nu verder?
De aanpak van LNV is gewijzigd vanwege de visie van de Europese Commissie op de implementatie van de betreffende Europese regelgeving. Vanuit LTO/NOP zijn we direct betrokken bij acties die we vanuit AVINED samen met de andere brancheorganisaties in de sector ondernemen richting de Nederlandse en Europese overheden. Inzet is om de voormalige werkwijze terug te krijgen. Helaas is dit een langdurig proces.
Bron: ZLTO