In een nieuw verslag van de Europese Rekenkamer wordt geconcludeerd dat de dierziektenprogramma’s ziekten goed tegengaan maar dat moeilijk is vast te stellen of ze kosteneffectief zijn. Hoewel er opmerkelijke successen zijn geboekt, zoals de daling van het aantal gevallen van BSE bij runderen, waarschuwen de controleurs dat sommige controles ontoereikend zijn en dat sommige kosten onredelijk hoog zijn.
Voor de gezondheidsprogramma's van de lidstaten voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten werd tussen 2009 en 2014 1,3 miljard euro aan EU-middelen uitgetrokken voor acties zoals vaccinatie van dieren, het uitvoeren van tests en compensatie voor geslachte dieren.
De controleurs bezochten zeven lidstaten – Ierland, Spanje, Frankrijk, Italië, Polen, Roemenië en het Verenigd Koninkrijk – die samen 72 % van de totale uitgaven in dit verband vertegenwoordigen. Zij constateerden dat de onderzochte programma’s adequaat hadden bijgedragen tot de bestrijding van dierziekten. De door de Europese Commissie gehanteerde aanpak was in het algemeen deugdelijk en berustte op goed technisch advies, risicoanalyses en een mechanisme voor de prioritering van middelen. Er zijn enkele opmerkelijke successen geboekt, zoals de daling van het aantal gevallen van boviene spongiforme encefalopathie (BSE) bij runderen, salmonella bij pluimvee en rabiës bij in het wild levende dieren. De programma’s van de lidstaten waren in het algemeen goed ontworpen en werden goed uitgevoerd, en er waren adequate systemen om uitbraken van dierziekten op te sporen en de uitroeiing ervan te vergemakkelijken.
De kosteneffectiviteit van de programma’s is vanwege het gebrek aan beschikbare analysemodellen echter moeilijk vast te stellen. Er waren voorbeelden van programma's die door de lidstaten onvoldoende werden gemonitord en van onredelijk hoge kosten. Er was onder meer ruimte voor verbetering op het gebied van de uitwisseling van epidemiologische gegevens en de toegang tot historische resultaten, maar er werd aan de verbetering daarvan gewerkt. De controleurs constateerden ook dat de benodigde acties en controles bij sommige programma’s beter gespecificeerd moesten worden.
“Dierziekten kunnen zich snel over grenzen heen verspreiden en sommige dierziekten zijn overdraagbaar op de mens”, aldus Bettina Jakobsen, het voor het verslag verantwoordelijke lid van de Europese Rekenkamer. “Dus zijn voortdurende waakzaamheid en doeltreffende maatregelen op EU-niveau van essentieel belang.”
Hoewel de beoordeling van specifieke veterinaire programma’s positief was, vormde de uitroeiing van runderbrucellose en -tuberculose en van geiten- en schapenbrucellose nog steeds een probleem in enkele lidstaten, aldus de controleurs.
Bron: Europese Rekenkamer