Onderzoeker Armin Elbers van Wageningen Bioveterinary Research bracht samen met collega’s de risicofactoren voor introductie van vogelgriep op pluimveebedrijven in beeld. Met behulp van dit onderzoek werden gebiedskaarten ontwikkelt. “Op deze gebiedskaarten wordt aangegeven hoe groot de kans op introductie van vogelgriep op pluimveebedrijven is in een gebied”, vertelt Elbers.
Vanaf 2014 raken vrijwel elk vogelgriepseizoen commerciële pluimveebedrijven besmet met hoog-pathogene vogelgriepvirus (HPAI). Sinds die tijd brengen trekvogels in het najaar HPAI-virussen naar Nederland. Deze trekvogels komen op gemeenschappelijke broedgronden in Siberië in contact met trekvogels uit Zuidoost-Azië die besmet zijn met HPAI. Lokaal in Nederland levende wilde watervogels raken daarbij ook besmet via direct contact met de trekvogels en door trekvogel-besmet oppervlakte water. Gezamenlijk bevuilen zij met hun uitwerpselen het erf en de omgeving rond pluimstallen.
In opdracht van, en gefinancierd door, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onderzocht Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) of er gebieden in Nederland kunnen worden aangewezen met een hoog of laag HPAI-besmettingsrisico. Het instituut bestudeerde daarvoor de data van de uitbraken in de periode 2014-2022.
Gebiedsverschillen
Uit de data-analyse blijkt dat er een hoog risico op HPAI-besmetting bij pluimveebedrijven is te zien in de kustregio’s en laaggelegen gebieden in Groningen, Friesland, Flevoland, Noord- en Zuid-Holland en Zeeland. Ook pluimveebedrijven in de stroomgebieden van de grote rivieren in het midden van het land, zoals IJssel, Neder-Rijn, Waal en Maas, lopen een hoger risico op HPAI-besmettingen. Verder is er een hoog risico op HPAI-besmetting bij pluimveebedrijven aanwezig in Limburg ter hoogte van de Maasplassen bij Roermond. Daarentegen is er een laag risico op HPAI-besmetting bij pluimveebedrijven te zien voor de hooggelegen delen van Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg.
Water en grasland
De aanwezigheid van water en agrarische graslanden in de directe omgeving van pluimveebedrijven vergroten het risico op een HPAI-besmetting. “Dit risico neemt tevens toe als de totale oppervlakte aan water en grasland in de directe omgeving van het pluimveebedrijf toeneemt”, vertelt epidemioloog José Gonzales van WBVR. De aanwezigheid van Wilde Eenden, Bergeenden, Slobeenden, Brandganzen en Knobbelzwanen lijkt eveneens bij te dragen aan het risico op HPAI-besmettingen bij pluimveebedrijven.
Risicokaarten
De geproduceerde risicokaarten kunnen gebruikt worden om vogelgriep-surveillance te verbeteren, door actievere vormen van surveillance op de aanwezigheid van HPAI onder wilde vogels en op pluimveebedrijven te vergroten in de gebieden met een hoog HPAI-besmettingsrisico. Verder kunnen de risicokaarten van betekenis zijn bij het plannen van de ruimtelijke inrichting van het landschap, bijvoorbeeld voor het bepalen van nieuwe locaties voor pluimveebedrijven.