Vogelgriep houdt de gemoederen in de pluimveesector nu al bijna een jaar lang bezig. Nog niet eerder kwam het voor dat het virus jaarrond de kop op stak. Probleem is dat het virus onder wilde vogels zit en [te] vaak om duistere redenen naar binnen slaat. Vaccinatie kan het leed verzachten, maar is nog ver weg.
“Ik merk dat veel mensen denken dat het vogelgriepvirus uit de commerciële pluimveehouderij komt. Maar dat is niet zo. Het probleem is dat het virus onder wilde vogels heerst” aldus Kees de Jong, voorzitter van de vakgroep Pluimveehouderij van LTO/NOP. “Hoewel iedere pluimveehouder alles op alles zet om het virus buiten de deur te houden, sluipt het toch af en toe naar binnen. Hoe, dat weten we niet. Het kan via ongedierte de stal binnenkomen. Het zou ook met stof of veertjes via de ventilatie naar kunnen waaien. Ik kan en wil me niet voorstellen dat pluimveehouders nu bij elkaar op bezoek komen. Er komen minimaal bezoekers op bedrijven en als ze komen, moeten ze in en uit douchen. Pluimveehouders hanteren maximale hygiënemaatregelen. Ze zijn zich bewust van de risico’s en wij blijven er ook op hameren.”
“Virus dooft waarschijnlijk niet vanzelf uit”
Voor het eerst in de geschiedenis zorgt het vogelgriepvirus jaarrond voor problemen. Sjaak de Wit, Senior Onderzoeker en Specialist Pluimveegezondheid, gaf hier afgelopen voorjaar al een verklaring voor. Volgens De Wit zit er nu hoogpathogeen vogelgriepvirus onder wilde vogels. Dit in tegenstelling tot eerdere jaren. Toen zat er alleen laagpathogeen virus onder wilde vogels. Als pluimvee dan in aanraking kwam met een besmette wilde vogel, dan moest het virus in het pluimvee eerst muteren naar hoogpathogeen. Die kans was niet groot, waardoor het virus veel minder kans kreeg. In China is door mutatie echter een hoogpathogene virusstam ontstaan die zich ook handhaaft onder wilde vogels. De aanwezigheid van dat hoogpathogene virus zorgt voor een hardnekkig probleem. Stille hoop is dat het virus in kwaadaardigheid afneemt, maar Kees de Jong rekent daar niet op. “Normaal gesproken doofde het virus in maart, april, onder invloed van zon en warmte wel uit. Het slaat nu het jaarrond toe. Voor de komende maanden ziet dat er dan ook niet goed uit.”
Dreiging blijft ook bij vaccinatie
De afgelopen maanden is er hard gewerkt aan en veel gesproken over vaccinatie tegen vogelgriep. “De internationale vogelgriepproblematiek maakt de geesten rijp voor het ontwikkelen van een vaccin en het aanpassen van de handelsregels. Het kan ons als sector niet snel genoeg gaan, maar het duurt echt nog wel een paar jaar voordat we dankzij vaccinatie niet meer hoeven te ruimen. Ontwikkeling en toelating van een vaccin kost veel tijd. Of er moet, net als bij het coronavaccin versneld kunnen worden beoordeeld of men moet deelbeoordelingen doen. Dan kan het wat sneller gaan”, vertelt De Jong. Met een vaccin wordt vogelgriep niet de wereld uitgeholpen. Commercieel pluimvee en hobbypluimvee kan ermee worden beschermd. Wilde vogels zullen echter ongevaccineerd en onbeschermd rond blijven vliegen. “Als het vaccin zorgt voor een R-waarde van 0,5 of minder, dan zou het mooi zijn. Dat betekent dat het virus in een koppel snel uitdooft. Als er dan een keer een besmette vogel in een uitloop landt, dan heeft de pluimveehouder niets te vrezen.
Ik ben tevreden als we met vaccineren kunnen bereiken dat we veel minder of niet meer hoeven te ruimen vanwege vogelgriep.”
Klappen voor vrije uitloop
De meest indringende directe gevolgen van vogelgriep komen voor rekening van pluimveehouders die geruimd zijn. Maar indirect worden vooral de bedrijven met vrije uitloopeieren getroffen. De meesten van hen hebben al ruim tien maanden te kampen met de ophokplicht. In een aantal regio’s is de ophokplicht in de loop van de zomer opgeheven, maar juist in de regio’s met de meeste vrije uitloopbedrijven moeten de uitloopschuiven dicht blijven. Tot zestien weken had dat geen gevolgen, daarna wel. Dan kunnen de eieren niet meer als vrije uitloop-eieren afgezet worden, maar worden afgewaardeerd naar scharrel. “Dit is ontzettend zuur voor deze ondernemers”, vertelt De Jong.
“Zij hebben geïnvesteerd in een maatschappelijk gewenste houderijvorm, maar zitten nu op de blaren. Ze krijgen minder voor de eieren en daarnaast zien we dat we een stuk van de markt zijn kwijtgeraakt.” Dat laatste ziet ook Werner Buck, voorzitter van de Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren en Eiproductfabrikanten (Anevei). “Zeker vorig jaar is met name in Duitsland marktaandeel verloren gegaan. Ook toen hebben we een langdurige landelijke ophokplicht gehad. In Duitsland bijvoorbeeld, was de ophokplicht minder lang en minder wijd verspreid. Daar wordt de ophokplicht namelijk per Kreis bepaald, waardoor Duitsland veel flexibeler is als het om ophokplicht gaat. Ook Poolse en Franse bedrijven konden de kippen eerder buiten laten lopen.” Buck geeft aan dat de markt voor vrije uitloopeieren momenteel lastig is. “Dat hebben we gemerkt toen de ophokplicht in oostelijk gelegen regio’s in ons land werd opgeheven. Het vrije uitloopei moet terugkomen van weggeweest. Daarnaast zijn de prijzen in de winkels momenteel hoog. Consumenten kiezen dan toch eerder voor goedkopere scharreleieren.”
Perspectief gloort
Recent heeft de Europese Commissie een conceptvoorstel opgesteld dat een einde moet maken aan de afwaardering van vrije-uitloopeieren tot scharrelei op het moment dat de ophokplicht langer dan zestien weken duurt. Buck is hier heel blij mee. “Het voorstel is om twee redenen hoopvol. Ten eerste omdat het vanuit de Europese Commissie zelf komt. Dit is nog nooit eerder voorgekomen. Ten tweede omdat mogelijk ook zuidelijke lidstaten er achter gaan staan. We zijn niet de enigen. Ook landen als Frankrijk, Italië en Spanje zitten met een probleem.” Buck is hoopvol dat het voorstel wordt aangenomen.
“Hopelijk is er voor het eind van het jaar een beslissing. Het huidige marktprobleem is er niet mee opgelost, maar voor de langere termijn zou het pluimveehouders met vrije uitloop meer zekerheid geven.” In tegenstelling tot vrije uitloopeieren mogen biologische eieren na zestien weken ophokplicht nog wel onder dit predicaat worden verkocht. Buck heeft echter niet ervaren dat gangbare vrije uitloopbedrijven daarom zouden gingen overschakelen naar biologisch. “Dan moet je toch aan de voorwaarden voldoen en biologisch is een moeilijk (prijs)segment momenteel, dat niet makkelijk is uit te breiden.”
België: ophokken niet verplicht, maar wel een aanrader
Sinds 15 november 2021 heeft België te maken met besmettingen met hoogpathogeen vogelgriepvirus. In het hele land werd een periode van verhoogd risico van kracht, waarbij bijkomende maatregelen kwamen kijken. Er zijn sinds die tijd tot begin september in totaal acht besmettingen vastgesteld: vier bij commerciële pluimveehouders en vier bij particuliere houders of vogelhandelaren. Het jaar ervoor lag het aantal besmettingen op tien, maar betrof het slechts in twee gevallen een pluimveebedrijf. Inmiddels is het aantal gevallen van vogelgriep onder wilde vogels opgelopen tot meer dan honderd. “België is niet echt vrij geweest van vogelgriep. Het aantal besmettingen is weliswaar tijdens de zomer zeer beperkt geweest, maar er zijn de hele tijd besmette wilde vogels blijven opduiken. Dat wijst erop dat het virus sinds eind vorig jaar ononderbroken is blijven circuleren, weliswaar met een lagere intensiteit tijdens de zomer”, vertelt woordvoerder Liesbeth Van de Voorde namens het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV). “Alle besmettingen bij Belgisch pluimvee zijn terug te brengen tot contacten met wilde vogels. Bij verschillende uitbraken zijn er besmette wilde vogels gevonden in dezelfde buurt als de besmette bedrijven en het genetisch profiel van de stammen, die we bij pluimvee vinden, is hetzelfde als de virussen die we eerder bij wilde vogels hebben aangetroffen”, aldus Van de Voorde. Verschil met Nederland is volgens de woordvoerder van het FAVV dat er in België minder buitenuitloop is en dat gemiddeld genomen de virusdruk vanuit wilde vogels lager is, doordat populaties wilde watervogels in België kleiner zijn en geografisch minder algemeen verspreid zijn.
Na verbetering van de epidemiologische situatie werden op 14 mei dit jaar de maatregelen versoepeld: zowel professionele als particuliere pluimveehouders zijn niet meer verplicht het pluimvee op te hokken. Wel beveelt het FAVV aan om buitenlopend pluimvee af te schermen met netten. Daarbij is het verplicht om de dieren binnen of onder netten te voeren om het risico van contact met wilde vogels te vermijden. “Er zijn bij ons geen initiatieven wat betreft preventieve vaccinatie, maar we volgen deze discussie op Europees niveau wel van nabij op”, aldus Van de Voorde.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Ruben Lijzenga en Martin de Vries