Het laag-pathogene H5N1-virus dat in december op een leghennenbedrijf werd gevonden, werd steeds pathogener (ziekteverwekkender) naarmate het zich verspreidde naar andere stallen. Dit meldt diergezondheidsorganisatie GD in haar nieuwsbrief Veekijker Nieuws.
Eind december 2023 ontving GD bloedmonsters van een legbedrijf voor de AI-ELISA in het kader van de verplichte monitoring. De bloedmonsters uit één stal met uitloop bleken positief voor antistoffen tegen H5. Bij het vervolgonderzoek werd laagpathogeen H5N1-virus aangetoond.
Verspreiding H5N1-virus
Het virus verspreidde zich vervolgens naar de vier overige stallen zonder uitloop. Opmerkelijk is dat de leghennen in de drie stallen die als eerste geïnfecteerd raakten, geen klinische verschijnselen vertoonden. Dieren in de twee stallen die als laatste geïnfecteerd raakten, vertoonden zeer ernstige ziekteverschijnselen met een verhoogde sterfte, een forse voeropnamedaling en een productiedaling van tachtig procent. Hoewel het virus niet muteerde naar een hoogpathogene H5N1-variant, werd het wel een stuk pathogener (ziekteverwekkender) naarmate het virus zich verspreidde tussen de stallen.
Gevolgen
Het bedrijf werd niet geruimd, maar bleef wel geblokkeerd in de maanden waarin het virus op het bedrijf aanwezig was. De productie herstelde nauwelijks in de twee stallen met klinische verschijnselen. Tijdens sectie werden eiconcrementen (steentjes of gruis) in de eileiders en een uitgebreide buikvliesontsteking gezien. Weefselonderzoek (IHC-kleuring) op de eileiders toonde de aanwezigheid van het virus aan. Daarnaast toonde het onderzoek oedeem, verbindweefseling en verlies van klierweefsel. Het ontbreken van klierweefsel verklaart waarom veel hennen niet meer terug in productie kwamen. Bij enkele dieren die wel terug in productie kwamen, werden afwijkingen in de vorm van het ei en slechte eischaalkwaliteit waargenomen.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Gert van Santen (ter illustratie)