In december 2016 is het Manifest ‘Gezonde Leefomgeving Veehouderij’ gepresenteerd. Hierin is afgesproken de ontwikkeling van emissie reducerende technieken te stimuleren en te versnellen. Kansrijke technieken moeten snel in milieuvergunningen kunnen worden toegepast.
Nu ruim een jaar verder kan er geconstateerd worden dat er al veel is bereikt: het PEV is opgericht, er is een inventarisatie onder leveranciers uitgevoerd, op basis daarvan is een selectie (van tien technieken) uitgevoerd en vanaf november 2017 vinden de eerste metingen in praktijkstallen (pilots) plaats. De uitvoering van de pilots vindt plaats door het PEV, in nauwe samenwerking met het onderwijs (Aeres onderwijsgroep), Wageningen Livestock Research, leveranciers en pluimveehouders.
Naast deze resultaten uit het “praktijkspoor” van het Manifest kan gemeld worden dat de uitvoering van het “bestuurlijk spoor” van het Manifest in 2017 al heeft geleid tot extra fijnstofmaatregelen in tientallen vergunningen met als resultaat dat gemiddeld over die bedrijven 30 % extra reductie van fijnstof is gerealiseerd.
Het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (I&W) is akkoord gegaan met de werkwijze en opzet van de PEV-pilots en is bereid de meetresultaten uit de pilots te laten beoordelen door de TAP (Technische Advies Pool). Na een positief advies van de TAP zal de techniek met een bepaald reductiepercentage ter besluitvorming worden voorgelegd aan de Minister van I&W, voor opname op de landelijke fijnstoflijst (Lijst emissiefactoren fijnstof voor veehouderij).
Veiligheidsmarge
De gemeten reductie zal door de TAP met een “veiligheidsmarge” worden gecorrigeerd (vanwege het meten volgens een beperkter meetprotocol dan gangbaar) en worden voorgelegd aan de Minister. Er kan sprake zijn van opname op de landelijke fijnstoflijst indien de TAP, na het toepassen van deze “veiligheidsmarge”, de reductie op minimaal 10 % stelt. De landelijke fijnstoflijst zal meerdere keren per jaar worden aangepast.
Met deze toezegging krijgen de resultaten van de PEV-pilots een landelijke betekenis.
Binnen de tien geselecteerde technieken was voor twee technieken afgesproken eerst “vooronderzoek” uit te voeren omdat onvoldoende bekend is over het werkingsprincipe. Voor deze twee technieken zijn nu indicatieve metingen afgesproken. Daarmee ligt het project goed op schema.
Bron: Pluimveekrant juni editie 2018, 18-10-2018