“De huidige vogelgriepsituatie is niet te vergelijken met die van eerdere jaren. Doordat wilde vogels nu hoogpathogeen virus bij zich dragen, is de kans op besmetting van pluimvee veel groter geworden. De huidige manier van bestrijden werkt daarom niet meer voldoende. Vaccineren kan de redding zijn”. Dit vertelt Senior Onderzoeker en Specialist Pluimveegezondheidszorg Sjaak de Wit tijdens een bijeenkomst van de stuurgroep Pluimvee van Agrivaknet.
In 2003 is de Nederlandse pluimveesector voor het eerst in zeventig jaar geconfronteerd met vogelgriep (Aviaire Influenza). Deze uitbraak ontstond door insleep van een laagpathogene stam in pluimvee die vervolgens muteerde in een hoogpathogene stam en zich verder verspreidde onder pluimveebedrijven. “Dit was voor het virus een eenrichtingsweg. Het ging niet terug de natuur in. Door besmette koppels te ruimen roeiden we het virus uit”, vertelt De Wit, die tevens aangeeft dat ruimen niet meer is dan euthanasie om dierenleed voor te zijn. “Getroffen pluimvee gaat hoe dan ook dood”, vertelt de onderzoeker.
Nu ook hoogpathogeen virus onder wilde vogels
Inmiddels is de situatie drastisch veranderd. In China is door mutatie een hoogpathogene virusstam ontstaan die zich ook handhaaft onder wilde vogels. Hierdoor kunnen besmettingen nu over en weer gaan. “Je hebt in feite twee besmettingsroutes. De oude, waarbij een laagpathogeen virus de stal moest zien binnen te komen en daar eerst moest muteren naar hoogpathogeen, en de nieuwe variant, waarbij besmetting met een hoogpathogeen virus direct uit de natuur komt. De tweede variant is natuurlijk een stuk gevaarlijker dan de eerste”, vertelt De Wit.
Stamping out niet genoeg
Op dit moment wordt bij een vogelgriepbesmetting het getroffen bedrijf geruimd. Zo wordt lokaal met het virus afgerekend. Volgens De Wit lost dit niet voldoende meer op. “We roeien het virus er niet meer mee uit. We roeien alleen het pluimvee uit. Hoogpathogene vogelgriep zit in wilde vogels op drie continenten. Dat krijg je er niet meer uit. De kans is groot dat het virus ieder jaar weer langskomt, met alle ellende van ophokplicht en marktverstoring erbij. We lopen zoönotisch risico, het is slecht voor het dierwelzijn, het imago, de duurzaamheid en we houden geen uitloopmogelijkheid meer. De situatie is niet meer te vergelijken met eerder. Niet alleen omdat het hoogpathogene virus nu ook onder wilde watervogels voorkomt, maar ook doordat steeds meer pluimvee buiten loopt en de publieke opinie is omgeslagen van begrijpend naar afkeurend als er weer een vogelgriepgeval is. Aan de andere kant hebben we nu veel betere diagnostiek en zijn we veel verder op het gebied van vaccineren. Zo kunnen we gevaccineerde en besmette dieren inmiddels van elkaar onderscheiden. Wat mij betreft is vaccineren tegen vogelgriep niet langer taboe, maar de redding.”
‘Iedereen heeft hetzelfde probleem’
Ben Dellaert, secretaris van AVINED is het met De Wit eens dat vaccinatie een belangrijk instrument moet worden in de bestrijding van vogelgriep. Het scheelt volgens hem dat Nederland hierin niet alleen staat. Hij laat zien dat vogelgriep in ons omringende landen en wereldwijd voor problemen zorgt. “Er moet iets gebeuren, iedereen heeft hetzelfde probleem”, vertelt hij. “In Frankrijk bijvoorbeeld, zijn deze vogelgriepperiode duizend besmettingen geweest. Hier in Nederland tot nu toe 33, maar ik ben bang dat het daar niet bij blijft. De vogelgriepperiode wordt steeds langer en het zou zo maar kunnen dat het virus overzomert.” De AVINED-secretaris maakt wel de kanttekening dat vaccineren niet het enige instrument kan zijn tegen vogelgriep. “Bestaande instrumenten als bioveiligheid, en naleven van hygiëneprotocollen blijven onmisbaar, waarbij ik wel moet zeggen dat ook bij veel besmette bedrijven de bioveiligheid in orde was.”
Eisen vaccin
Dellaert is optimistisch over de wil van andere landen om te vaccineren tegen vogelgriep. “Ik durf te beweren dat grote landen de handtekening willen zetten voor vaccineren. Farmaceuten hebben ook al aangegeven geïnteresseerd te zijn. Er zitten wel een aantal voorwaarden aan een vaccin. Het moet uiteraard de kans op besmetting maximaal verkleinen, verspreiding tegengaan, geen sluimerende besmetting in stand houden en geschikt zijn voor de belangrijkste types pluimvee. Daarbij moet het geen grote handelsbelemmeringen veroorzaken en bij voorkeur moeten gevaccineerde en besmette dieren van elkaar te onderscheiden zijn. Tot het zover is, moeten we doorgaan met de huidige aanpak.”
Werkende vaccins
“Technisch kan het, hier mag het niet”, vertelt Rik Koopman, International Veterinary Poultry Director van geneesmiddelenfabrikant MSD over vaccineren tegen vogelgriep. “Het mag hier nog niet omdat vogelgriep nog niet wordt gezien als structureel probleem en vanwege handelsbarrières.” Koopman vertelt dat er in 2007 in Nederland een groot onderzoek is gedaan met vaccineren tegen vogelgriep. Het resultaat was heel gunstig. Van een groep met H7-virus besmette dieren was de virusuitscheiding zeven dagen na vaccinatie met negentig procent gedaald. Gevaccineerde dieren die erbij zijn gezet, zijn niet meer besmet. De R-waarde was na zeven dagen 0,2. Als de R-waarde onder de 1 ligt, dooft het virus uit. Na veertien dagen was in gevaccineerde dieren geen virus meer te vinden. In een tweede proef werden contactdieren niet gevaccineerd. Toen duurde het langer voor het virus weg was, maar het was uiteindelijk wel vertrokken.
Goed plan noodzakelijk
Voor er gevaccineerd kan worden, moeten er volgens Koopman nog heel wat vragen beantwoord worden. “Welk vaccin wordt gebruikt voor welke diercategorieën? Wil je alle pluimvee vaccineren of alleen bepaalde groepen? Vaccineer je alleen bij een uitbraak of leg je een entdeken aan? Hoe ga je om met hobbydieren? Wat past waar het beste en hoe kunnen we vogelgriepvaccinatie inpassen in de huidige vaccinatie schema’s? Er moet ook een goede communicatiestrategie zijn, richting publiek en richting sector.” Koopman geeft aan dat MSD ondertussen hard werkt aan oplossingen. “We kijken welke vaccins we nodig hebben, wat kunnen we met de huidige, hoe kun je het vereenvoudigd toedienen? Is een combivaccin mogelijk? Heeft vaccinatie invloed op de technische resultaten? Technisch kan het snel gaan, maar de registratie van het vaccin kan de nodige tijd in beslag geven. Mogelijk kunnen we een bestaand vaccin aanpassen, waardoor de registratie sneller kan verlopen. Daarna kunnen we produceren. Maar er moet eerst een besluit worden genomen, dan pas komt het vaccin.”
Tekst: Gerben Hofman