De veldproef met vaccinatie tegen vogelgriep op twee Nederlandse legbedrijven levert positieve resultaten op. Uit de eerste twee experimenten blijkt dat kippen die tweemaal zijn gevaccineerd, aanzienlijk minder virus verspreiden dan ongevaccineerde kippen. In deze groep was de reproductiewaarde (R) kleiner dan 1, wat wijst op een effectieve beperking van de virusverspreiding.
Binnen de veldproeven werden zogeheten transmissieproeven uitgevoerd. In een transmissieproef wordt onderzocht hoe goed een vaccin de verspreiding van een virus tegengaat. Hierbij worden gevaccineerde en ongevaccineerde kippen blootgesteld aan het vogelgriepvirus, waarna onderzoekers meten in hoeverre het virus zich verspreidt binnen de groep. De resultaten van deze proeven helpen bij het ontwikkelen van een effectieve vaccinatiestrategie.
Op basis van de gunstige resultaten uit de veldproef bereidt het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) samen met de sector een vaccinatiepilot voor, zo wordt verteld in een brief aan de Tweede Kamer. Deze gaat naar verwachting in het voorjaar van 2025 van start en richt zich op de praktische uitvoering van vaccinatie, monitoring volgens Europese regelgeving en de impact op de handel.
Een belangrijk aandachtspunt was het slechten van handelsbelemmeringen. Na overleg met onder andere het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten is er vertrouwen dat deze landen geen importbeperkingen opleggen voor producten van ongevaccineerd pluimvee.
Als de pilot succesvol verloopt, zet de minister vervolgstappen richting een grootschalige vaccinatiecampagne. Hiermee wordt beoogd om op lange termijn het risico op vogelgriepbesmettingen in Nederland te verkleinen.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: ter illustratie