Op 10 maart jl. informeerde Van Dam in een Kamerbrief de Tweede Kamer nog over vogelgriepbesmettingen bij twee hobbybedrijven. Helaas zijn op 20 en 23 maart jl. weer twee gevallen van vogelgriep bevestigd namelijk bij hobbyhouders, in Woerdense Verlaat (Zuid-Holland) en in De Wijk (Drenthe). Het pluimvee op beide locaties is inmiddels geruimd. Ook zijn er de laatste twee weken nog dode wilde watervogels gevonden, die besmet bleken met het vogelgriepvirus. Deze vondsten betekenen dat er nog steeds vogelgriepvirus in de omgeving aanwezig is.
De deskundigen uit deskundigengriep dierziekten oordelen dat het risico voor Nederland nauwelijks is gewijzigd ten opzichte van de laatste risicoschatting op 7 maart.
Elf besmette bedrijven in Duitsland
De gegevens uit het ADNS (Animal Disease Notification System) geven wel een lichte dalende trend aan wat betreft het aantal uitbraken bij pluimveebedrijven in de Europese Unie. Aan de andere kant zijn er sinds de vorige bijeenkomst van de deskundigengroep in Europa nog veel vogelgriepuitbraken bijgekomen. Ook is het zorgelijk dat Duitsland de afgelopen twee weken nog elf besmette kalkoenenbedrijven in de Landkreis Cloppenburg heeft gemeld. Gezien de beoordeling van de deskundigen is er nog geen aanleiding om de huidige ophokplicht te wijzigen.
Extra maatregelen voor behoud status
In de vorige Kamerbrief informeerde Van Dam al over de Nederlandse inzet om de status van vrije-uitloopeieren te behouden bij een langere duur van de ophokplicht. Als compensatie voor het langer dan 12 weken ophokken zouden extra welzijnsmaatregelen kunnen worden genomen, zoals het aanbieden van extra afleidingsmateriaal, daglicht en het verplichten van een overdekte uitloop met frisse lucht.
Van Dam beloofd zich tot het uiterste inspannen om de Nederlandse inzet goed naar voren te brengen in Brussel met als doel een oplossing te bereiken voor eventuele komende periodes met een vogelgriepdreiging.
Afwaardering vrije-uiloopeieren op 6 april
Onduidelijkheid was er over de interpretatie van de 12-wekentermijn in de verordening (EU) 589/2008. De Europese Commissie heeft op 23 februari jl. aangegeven dat de Nederlandse uitleg (het opnieuw in laten gaan van de 12-wekentermijn bij het opzetten van jonge leghennen) niet in lijn is met de huidige tekst van de verordening. De 12-wekentermijn mag niet per stal of per legbedrijf beoordeeld worden, maar geldt voor alle vrije-uitloopbedrijven vanaf het ingaan van de ophokplicht.
Op een laatste vraag van Nederland of er nog ruimte zit in de tekst van de verordening heeft de Europese Commissie ook negatief gereageerd. Het – als enige land in Europa – nog vasthouden aan de aanvankelijke Nederlandse uitleg van de handelsnorm vind Van Dam daarom niet langer houdbaar. Dit is afgelopen week besproken met vertegenwoordigers uit de pluimveesector. Van Dam heeft aan de Nederlandse Controle Autoriteit Eieren (NCAE) gevraagd om vanaf donderdag 6 april, de controle aan te passen en vanaf dat moment zullen de eieren van alle vrije-uitloopbedrijven worden afgewaardeerd. De vrije-uitloopbedrijven zullen door de NCAE over deze wijziging geïnformeerd worden.