De twee experimentele vogelgriepvaccins die momenteel in een veldstudie worden onderzocht, bieden leghennen op de langere termijn bescherming. Sterfte na infectie werd echter niet volledig voorkomen. “Op de leeftijd van 24 weken scheidden de gevaccineerde leghennen minder virus uit en waren ze beschermd tegen klinische symptomen, maar in onze transmissiestudies hebben we wel enige sterfte waargenomen”, zegt Kim Bouwman van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR)
Het veldonderzoek met legkippen wordt uitgevoerd in opdracht van het Nederlandse ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselveiligheid en Natuur (LVVN) als vervolg op een evaluatie van vogelgriepvaccins in een laboratoriumomgeving. Bij de start in september 2023 werden 1800 leghennen gevaccineerd en gehuisvest op twee commerciële pluimveebedrijven. Het veldonderzoek op deze twee boerderijen loopt tot het derde kwartaal van 2025. Op vier momenten wordt een aantal gevaccineerde kippen naar WBVR worden gebracht voor een transmissieonderzoek. De eerste van deze vier studies werd 8 weken na vaccinatie uitgevoerd. Dit onderzoek toonde aan dat de leghennen op die leeftijd volledig beschermd waren tegen vogelgriep. Deze tweede studie werd uitgevoerd op een leeftijd van 24 weken, de periode waarin de eierproductie naar zijn piek gaat.
Transmissieonderzoek
Voor deze transmissiestudie werd een willekeurig geselecteerde groep kippen van elk van de twee commerciële bedrijven naar WBVR gebracht. De leghennen zijn gevaccineerd met een van de HVT-vectorvaccins: VECTORMUNE® AI of VAXXITEK HVT+IBD+H5. Een derde groep kippen heeft naast de vaccinatie met VAXXITEK HVT+IBD+H5 op de dag van uitkomst, ook een boostervaccinatie gekregen op de leeftijd van 12 weken. De dieren werden in contact gebracht met hoogpathogene Aviaire influenza, HPAI H5N1 virus (clade 2.3.4.4b). De virusoverdracht (transmissie) van gevaccineerde naar contactkippen werd bepaald, evenals de overleving van de kippen. Op basis hiervan werd het reproductiegetal (R) vastgesteld. Verder werden virusuitscheiding en humorale en cellulaire immuunreacties bepaald.
Bescherming vogelgriepvaccins
Alle gevaccineerde groepen bleven vrij van klinische symptomen. Ook was de sterfte in de gevaccineerde groepen significant lager dan bij de niet-gevaccineerde controlegroepen. “In onze niet-gevaccineerde controlegroepen stierven alle dieren. In de groepen leghennen die slechts één vaccinatie kregen, vonden we een sterftecijfer van 10 procent. De leghennen die een booster hadden gekregen, overleefden allemaal”, vertelt Kim Bouwman, bij WBVR verantwoordelijk voor het onderzoek.
Virusoverdracht
Hoewel de geschatte R-waarden van gevaccineerde kippen lager waren dan de geschatte R-waarde voor de controledieren, zijn de betrouwbaarheidsintervallen rond de geschatte R-waarden groot. “Dat betekent dat we heel voorzichtig moeten zijn met het trekken van conclusies op basis van deze transmissiestudie alleen”, benadrukt Bouwman. “Uit monitoring in het veld blijkt dat binnen een gevaccineerd koppel individuele kippen sterk kunnen verschillen als het gaat om de hoeveelheid beschermende antilichamen. Dit beïnvloedt de transmissie. We kunnen zonder de aanvullende gegevens uit latere fasen van deze veldstudie daarom nog geen conclusies trekken over langdurige bescherming tegen virusoverdracht.” De virusuitscheiding was bij alle gevaccineerde groepen aanmerkelijk lager dan bij de controlegroepen.
Aan het einde van de veldstudie worden de gegevens van de aanvullende transmissie-experimenten gekoppeld aan onder andere de immuniteitsopbouw in het koppel legkippen in de stallen in de loop van de tijd. Deze informatie zal mogelijk leiden tot een nauwkeurigere kwantificering van de transmissie en voorspellingen over de duur van de bescherming na vogelgriepvaccinatie gedurende het leven van leghennen, aldus de WBVR-onderzoeker. “We moeten rekening houden met deze aanvullende gegevens voordat we definitieve conclusies kunnen trekken.” Het veldonderzoek loopt nog tot het derde kwartaal van 2025.
Bron: Wur