Wilde watervogels worden geassocieerd met de wereldwijde verspreiding van het aviaire influenza (AI) of vogelgriepvirus. Hoewel in moderne pluimveestallen direct contact tussen het pluimvee en wilde vogels uiterst onwaarschijnlijk is, vinden AI-uitbraken nog steeds plaats.
Mogelijk zijn deze uitbraken te wijten aan tekortkomingen in de hygiënemaatregelen. Een andere mogelijkheid is dat (plaag)dieren het virus vanuit de omgeving naar binnen slepen zo meldt Universiteit Utrecht.
Knaagdieren
Uitbraken van vogelgriepvirus H5N8 in Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk in 2014 en 2015 vonden plaats in moderne stallen zonder uitloop. Ook bij de uitbraken eind 2016 was het pluimvee bij de meeste bedrijven
binnen gehuisvest. Dit suggereert dat iets met een 'brugfunctie' het virus heeft overgebracht. Aangezien veel veehouders erg alert zijn in periodes waarin vogelgriep op de loer ligt en extra biosecurity maatregelen nemen, is het niet onwaarschijnlijk dat een plaagdier dat van buiten naar binnen gaat een rol speelt bij virusinsleep. In 2014 werd H5-virus aangetoond op de snuit van een huismuis, die dood was gevonden in een geruimde stal. Verdere typering van het virus was niet mogelijk. Bovendien was niet duidelijk of het virus van het besmette pluimvee naar de muis was overgedragen of andersom.
Aan de hand van enquêtes, verricht tijdens een uitbraak in de VS, bleek dat koppels hobbypluimvee waar geen plaagdierbeheersing werd uitgevoerd 2,5 keer vaker vogelgriep-positief waren dan koppels waar wel plaagdierbestrijding werd toegepast. Ook in andere studies leek de aanwezigheid van plaagdieren geassocieerd met meer kans op een vogelgriepuitbraak. Daarnaast zijn er antilichamen tegen influenza A-virus gevonden in ratten en muizen rondom besmette bedrijven of pluimveemarkten. Muizen en ratten kunnen waarschijnlijk makkelijk in aanraking komen met vogelgriepvirus, afkomstig van wilde vogels. Het vogelgriepvirus kan, met name in de herfst en winter, enkele maanden overleven in het koele oppervlaktewater. Hoewel huismuizen uit zichzelf zelden zwemmen, staan bruine ratten erom beleend dat ze tot enkele uren kunnen zwemmen en tot twee dagen kunnen overleven in water, afhankelijk van de temperatuur. Zwarte ratten kunnen ook goed zwemmen. Een factor van belang voor het verspreidden van vogelgriepvirus is het dragen van virus over afstanden.
Bron: Universiteit Utrecht