Een betere voerefficiëntie, dat willen we allemaal wel. Naast direct financieel voordeel levert dit ook nog eens een verkleining van de CO2– voetafdruk van pluimveevlees op. En dat is weer essentieel voor een licence to produce in de toekomst. Verbetering van de voerefficiëntie kan op meerdere manieren. Een klein enzym blijkt een heel positieve bijdrage te kunnen leveren.
Een kilogram kip heeft een CO2-voetafdruk van gemiddeld 3,3 kg CO2-equivalent. De CO2-equivalent is een maat die wordt gebruikt om de impact van verschillende broeikasgassen te vergelijken. Van de CO2-voetafdruk van vleeskuikens komt ongeveer zeventig procent voort uit het voer. Verkleinen van de voetafdruk van voer kan dus een behoorlijke impact hebben op de CO2-voetafdruk van kip zoals die bijvoorbeeld bij de poelier of in de supermarkt ligt. Om de CO2-voetafdruk van voer te verkleinen zijn er meerdere knoppen om aan te draaien. Bijvoorbeeld door te kiezen voor grondstoffen die relatief dichtbij huis worden geproduceerd of door gebruik te maken van circulaire producten. Verbeteren van de voerefficiëntie kan ook een behoorlijke bijdrage leveren. De afgelopen decennia zijn op dit gebied in de West-Europese vleeskuikenhouderij grote stappen gezet en nog steeds is er verbetering mogelijk.
Voorkomen dat energie verloren gaat
Elanco is een bedrijf dat continu op zoek is naar mogelijkheden om voer beter te benutten en impact van dierziekten te verminderen of te voorkomen. Onderzoekers van het bedrijf zagen dat een deel van de energie die het vleeskuiken uit voer opneemt verloren gaat aan een onnodige immuunreactie. Anne de Bruijn, Technical Account Manager Nutrition van Elanco legt uit hoe dit zit. “In plantaardige voerbestanddelen komen ß-mannanen voor. Dit zijn vezels die voor eenmagigen, zoals kippen en varkens, lastig te verteren zijn. Sojaschroot en zonnebloemschroot zijn twee belangrijke bronnen van ß-mannanen.” Zie Tabel 1 voor een overzicht van de hoeveelheid ß-mannanen in belangrijke veevoergrondstoffen.
De Bruijn vervolgt: “De ß-mannanen worden in de nutritie gezien als het zogenaamde probleembestanddeel. De structuur van de ß-mannanen lijkt op die van ziekteverwekkers. Wat gebeurt er dan: het immuunsysteem slaat aan en dit kost energie en nutriënten. Dit komt doordat er een ontstekingsreactie ontstaat, groei-gerelateerde processen worden onderdrukt en de opname van voedingsstoffen wordt verstoord. Voedingsstoffen die worden opgenomen, worden minder goed afgezet in de weefsels. De energie en nutriënten uit het voer die voor deze processen worden gebruikt zien we veel liever benut worden voor de groei.”
De invloed van ß-mannanen op het dier moet niet onderschat worden. Naar schatting bevat vleeskuikenvoer 0,2 tot 0,35 procent ß-mannanen. Dit terwijl er maar heel weinig ß-mannanen (0,05 procent) nodig zijn een immuunreactie op te wekken bij het dier, zo is uit diverse onderzoeken gebleken.
Drie procent energie uit voer besparen
Onderzoek uit 2015 toonde aan dat ongeveer drie procent van de energie uit het voer verloren gaat door de onnodige immuunreactie. Door deze immuunreactie te onderdrukken is er dus serieus winst op de voerefficiëntie en daarmee de voerkosten te halen en kan de CO2-voetafdruk van de kip omlaag. “Je kunt de immuunreactie verkleinen door de vezels die door het immuunsysteem worden verward met ziekteverwekkers onherkenbaar te maken. Het enzym Hemicell helpt daarbij. “Het knipt de vezels in stukjes, waardoor het immuunsysteem er niet meer op reageert”, vertelt Anne de Bruijn.
Om te bepalen welke invloed Hemicell op de voerefficiëntie heeft, liet Elanco afgelopen jaar proeven uitvoeren bij vleeskuikens en vleesvarkens. Doel bij de vleeskuikens was het vergelijken van de CO2-uitstoot van vleeskuikens bij gebruik van standaard Europees vleeskuikenvoer (start- groei- en afmestvoer) met en zonder Hemicell. Afhankelijk van de voersamenstelling en aannames omtrent landgebruik bleek voer met Hemicell in deze studie een 2,5 tot 3,4 procent lagere CO2-voetafdruk te hebben. De kuikens hebben minder calorieën nodig om dezelfde prestaties te halen. Dit scheelt vooral in het gebruik van sojameel en soja-olie, twee grondstoffen die een grote impact op het landgebruik van voeders hebben. Bij deze berekening is de CO2-uitstoot van de productie van Hemicell meegenomen. Hoe hoog de reductie in CO2-voetafdruk met behulp van Hemicell kan zijn, is afhankelijk van de formulering en de bron van de ingrediënten.
CO2-voetafdruk met twee procent verlagen
Voer is voor ongeveer zeventig procent verantwoordelijk voor de CO2-voetafdruk van het vleeskuiken. Een CO2-reductie van drie procent op het voer betekent een reductie van twee procent op het eindproduct. Retailers hebben zich gecommiteerd aan een verlaging van de CO2-voetafdruk van eindproducten met 25 tot 30 procent binnen nu en tien jaar. De twee procent reductie door Hemicell is een mooie basis. Hemicell staat bekend om zijn positieve werking op de darmgezondheid, wat resulteert in minder voetzoollaesies. Naast een besparing op CO2 en voerkosten zijn verbetering van de diergezondheid en dierwelzijn twee voordelen die mooi meegenomen zijn bij de inzet van het product in het voer.
Tabel 1: Geschat gehalte oplosbare ß-mannanen in diverse veevoergrondstoffen
Grondstof | % ß-mannannen | |
Guarschroot > 47 procent RE | 2,69 (2,00-3,57) | |
Sojaschroot 44 procent, niet-ontdopt | 0,79 (0,38-1,30) | |
Volvette sojabonen | 0,71 (0,42-1,05) | |
Sojaschroot 48 procent, ontdopt | 0,59 (0,28-1,00) | |
Zonnebloemschroot (>32 procent RE) | 0,57 (0,42-0,75) | |
DDGS (gedroogde en gedistilleerde graanstoffen) | 0,57 (0,23-1,09) | |
Gerst | 0,42 (0,37-0,46) | |
Haver | 0,31 | |
Tarwe | 0,27 (0,11-0,42) | |
Tarwezemelen | 0,25 (0,09-0,34) | |
Raapzaadschroot (koolzaadschroot) | 0,18 (0,13-0,37) | |
Maïs | 0,14 (0,09-0,22) | |
Raapzaadschilfers (10 procent vet) | 0,13 | |
Erwten | 0,11 (0,09-0,12) |
Tekst en beeld: Gerben Hofman