Afgelopen nacht hebben de regeringsleiders van de EU-lidstaten overeenstemming bereikt over de nieuwe Europese meerjarige begroting inclusief corona-herstelfonds. Vergeleken met de vorige begroting (2014-2020) wordt er zo’n 10% minder voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) uitgetrokken. LTO Nederland vindt het niet uitlegbaar dat de Europese Commissie meer vraagt van de landbouw, maar er structureel minder tegenover stelt.
In totaal omvat het Meerjarig Financieel kader zo’n 1100 miljard euro, waarvan 356 miljard voor natuurlijke bronnen en milieu, waar ook het gemeenschappelijk landbouwbeleid onder valt. 258 miljard euro is gereserveerd voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven voor de landbouw. Verder komt er een corona-herstelfonds van 750 miljard euro.
Léon Faassen, bestuurslid van LTO Nederland, reageert: “Boeren en tuinders staan onder grote druk en de Europese Commissie legt de komende jaren extra duurzaamheidseisen op. Het is onbegrijpelijk dat zij daar nu geen extra geld voor vrijmaken. Veel boeren en tuinders willen verder verduurzamen, maar het moet wel betaald kunnen worden. Als LTO geven we al geruime tijd aan dat duurzaamheidsplannen zoals de Van-boer-tot-bord-strategie en Biodiversiteitstrategie niet met nog meer efficiëntie en kostprijsverlagingen betaald kunnen worden. Groene ambities zijn niet gratis!”
Plattelandsontwikkeling
Ook op de tweede pijler van het GLB wordt gekort. Voor wat betreft plattelandsontwikkeling omvat de korting zo’n 11%. Hoe de fondsen verdeeld worden en dus ook hoe groot de korting is, zal de komende weken blijken. In Nederland gaat een behoorlijk deel van het tweede-pijler-geld momenteel met name naar agrarisch natuur- en landschapsbeheer.
De combinatie van de reeds voorgenomen korting en de harde onderhandelingspositie van de lidstaat Nederland van de afgelopen dagen, zorgt ervoor dat LTO vreest voor een flinke korting op het plattelandsbeleid in Nederland. Faassen: “Nederland heeft het spel in Brussel hard gespeeld en een hogere korting op de jaarlijkse EU-afdracht afgedwongen. Hier staat tegenover dat een aantal lidstaten honderden miljoenen extra budget krijgt voor plattelandsontwikkeling. Dit gaat om lidstaten die specifieke structurele uitdagingen in hun landbouwsector hebben of onevenredig hard getroffen worden door de veranderingen in het nieuwe beleid. Bij deze regeling valt Nederland volledig buiten de boot. Het geeft mij het gevoel dat de Nederlandse landbouw als wisselgeld is gebruikt.”
Corona-herstelfonds sigaar uit eigen doos
Uit het herstelfonds van € 750 miljard euro is € 7,5 miljard aan de land- en tuinbouw toegewezen. De Commissie stelt ook een ‘just transition fund’ in, gericht op de kosten die de Green Deal voor de Europese land- en tuinbouw met zich meebrengt.
“De Europese Commissie stelt met € 750 miljard een grote investering in de herstart van onze economie voor. Het overeind houden van de Europese koopkracht is cruciaal voor de gehele economie, ook voor boeren en tuinders. Een belangrijk deel van de afzet vindt binnen Europa plaats: onze leden hebben een groot belang bij het herstel van de Europese markt”, aldus Faassen.
“Maar tekorten op andere terreinen worden nu opgevangen met geld dat eigenlijk bedoeld is voor de landbouw. Dit maakt een deel van het herstelfonds een sigaar uit eigen doos. Zeer teleurstellend in zo’n turbulente periode.”
Hoe nu verder?
De korting op het budget voor de land- en tuinbouw is minder groot dan in vorige voorstellen. In februari werd een nog grotere krimp begroot. De invulling van een aantal maatregelen, net als het exacte aandeel voor Nederlandse boeren en tuinders is vooralsnog onbekend. LTO Nederland blijft er op hameren dat ruimte voor innovatie, voldoende verdienvermogen en een eerlijke vergoeding voor de gevraagde extra inspanningen en investeringen een cruciale voorwaarde zijn voor succesvolle verdere verduurzaming en het beschermen van de voedselzekerheid. De komende maanden zal LTO Nederland in gesprek blijven met de Europese Commissie en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de verdere invulling van de nationale plannen in het GLB. De start van het nieuwe landbouwbeleid wordt in 2023 verwacht. Tot die tijd wordt het huidige beleid doorgetrokken, maar wel onder de nieuwe begroting, dus met minder beschikbaar geld.