Streptococcus-species behoren tot de normale microflora in de darmen, en zijn (in mindere mate) ook aanwezig op de huid van dier (ook kippen) en mens. De bacteriesoort kan echter ook betrokken zijn bij ziekteprocessen bij pluimvee en andere diersoorten.
Binnen het praktijkonderzoek in 2022 is aandacht besteed aan streptokokkensoorten bij pluimvee. Tegen de achtergrond van het rapport Bekedam ‘Zoönosen in het vizier’, waarin geadviseerd wordt een jaarlijkse check uit te voeren op het zoönotische risico, is met de analyses vanuit landelijke monitoring en de literatuur een inschatting gedaan van het zoönotische risico van streptococcos-species bij pluimvee.
Analyse monitoringsdata en inschatting zoönotisch potentieel.
Uit de analyse van de landelijke monitoringsdata, over de periode 2010 tot en met 2021 (in totaal 13.153 sectie-inzendingen), kwamen 49 inzendingen van pluimvee voor sectie naar voren waarbij streptokokken voorkwamen in de diagnose.
Bij het merendeel van de inzendingen was sprake van verhoogde uitval. Bij eenden zijn streptokokken belangrijker als primaire oorzaak van verhoogde uitval dan bij de kip (zie figuren). S. gallolyticus kwam bij eenden het meeste voor als primaire oorzaak van de uitval. Op basis van literatuuronderzoek, de incidentie van streptococcos-species in commercieel pluimvee en data vanuit een aanvullend AVINED-onderzoek werd geconcludeerd dat het zoönotisch potentieel van streptococcose in pluimvee als laag ingeschat kan worden (zie resultaten aanvullend onderzoek onder de figuren).
Aanvullend onderzoek naar Streptococcus suis
Omdat een recent artikel uit Azië de isolatie van S. suis uit kippen rapporteert, is ook een steekproef van 25 legbedrijven op S. suis onderzocht binnen de monitoring. De kiem is bij geen van die bedrijven aangetoond.
Praktijkonderzoek streptokokken Naast deze analyse heeft GD ook binnen het praktijkonderzoek voor AVINED aandacht besteed aan onder andere het mogelijke zoönotische risico van de aangetoonde streptokokken; door genetische analyse van de gekweekte stammen konden deze vergeleken worden met isolaten van andere diersoorten en een MLST-type dat bij de mens voor ziekte zorgt. De resultaten zijn opgeleverd aan AVINED; het zoönotisch potentieel van streptokokken uit pluimvee werd als laag ingeschat.
Bron: GD Diergezondheid