In Europa ontwikkelt zich een interessante markt voor insecten. Niet alleen voor food (humane voeding), maar vooral voor feed (diervoeding). Insecten bestaan uit diverse ingrediënten, waarvan de eiwitten en olie het meest waardevol zijn. Insecteneiwit afkomstig van de zwarte soldaatvlieg (black soldier fly, BSF of Hermetia illucens) en de kleine meelworm (ook wel de Buffalo-worm) is in prijs en kwaliteit het meest concurrerend met vismeel en soja-eiwitextract van hoge kwaliteit.
De productievolumes van insectenkwekers zijn nog klein. De vraag neemt sterk toe, waardoor in denabije toekomst uitbreiding van de productie mag worden verwacht. Wilt u als insectenkweker profiteren van de opengaande marktsegmenten, dan zult u het productievolume van uw bedrijf sterkmoeten laten groeien. Verdere mechanisering en automatisering zijn een must.
Voor de juiste positionering en afzetzekerheid is de vorming van innovatieve, gesloten productie- en afzetketens cruciaal. Marktkansen liggen in de ontwikkeling van aansprekende concepten voor de consument. Of in het bewijs van de toegevoegde waarde van insecten voor de prestatie en gezondheid van vis, kip of varken.
Kleine sector voor kleine nichemarkten
De Nederlandse insectensector is kleinschalig: er zijn zo’n 25 bedrijven actief. De meeste bedrijven kweken één soort insect, zoals de meelworm, sprinkhaan, krekel of BSF. Er zijn weinig gegevens bekend over productievolumes en omzet. Naar schatting wordt er in Nederland in totaal vijfhonderd ton insecten (nat) geproduceerd, met een totale omzet van tussen de drie en zeven miljoen euro. De koplopers nemen hiervan de helft voor hun rekening. Zij investeren in opschaling, mechanisering en automatisering.
De Europese markt voor toepassing van insecten voor food is een nichemarkt: Europeanen eten – in tegenstelling tot Aziaten – weinig insecten. Toch groeit deze markt jaarlijks gestaag met 10 à 25 procent doordat de vraag naar hoogwaardige insecteneiwitten stijgt, bijvoorbeeld als speciale voeding voor kinderen en zieken. Insecten vallen onder de nieuwe Novel Food Regulation, die op 1 januari 2018 ingaat.
De markt voor hobby petfood, zoals levende sprinkhanen voor reptielen, is stabiel. Vanuit de professional petfood-industrie groeit de vraag naar speciale huisdiervoeding: honden- en kattenvoer met insecteneiwit. Hier liggen dus marktkansen. Verder is het mogelijk om binnen de huidige Europese wetgeving nichemarkten te ontwikkelen voor feed, zoals de toepassing van insectenolie en levende insecten in poultry en pig feed.
Marktkansen op komst
In de komende jaren ontstaan marktkansen doordat juridische barrières voor de feed-markt komen te vervallen. De huidige TSE-wetgeving (Transmissible Spongiform Encephalopathies regulation EC 999/2001) verbiedt de toepassing van insecteneiwit in feed, omdat dit een dierlijk eiwit is.
De internationale belangenorganisatie voor insectenkwekerijen en verwerkers (IPIFF) lobbyt in Europa voor aanpassingen in de insectenwetgeving, en verwacht ook veranderingen. In 2017 beslist de Europese Commissie over de zogenaamde ‘slachthuisverordening voor insectenkweek’. Bij een positief besluit wordt insecteneiwit toegestaan als toepassing in aquaculture feed. Op korte termijn (2017) ontstaat hierdoor een nieuwe afzetmarkt voor insecteneiwit.
Daarnaast wordt in 2020 de TSE-wetgeving voor kippen en varkens vermoedelijk aangepast. Vanaf dat moment gaan ook de poultry- en pig feed-markten open voor insecteneiwit.
Groot economisch perspectief
Nu worden er nog relatief kleine volumes insecteneiwit tegen een relatief hoge prijs geproduceerd. De verwachting is dan ook dat er binnen feed eerst concurrentie plaatsvindt met vismeel en/of hoogwaardig eiwitextract uit sojabonen. De Europese feed-markten voor aquaculture, poultry en pig zijn groot. Hoe groot? Bekijk hiervoor het rekenvoorbeeld hieronder. Stel, een klein volume van de jaarlijkse feed-productie wordt vervangen door insecteneiwit. Dan is er per jaar ruimte voor de volgende potentiële afzetvolumes voor insecteneiwit:
- 80.000 ton als 10 procent van het vismeel in Europa wordt vervangen (>Q2 2017);
- 70.000 ton als 1 procent van het totale volume in vleeskuikenvoer in Nederland wordt vervangen (2020);
- 800 ton als 1 procent van totale volume in hoogwaardig speenvarkenvoer in Nederland wordt vervangen (2020).
Hieruit valt te concluderen dat de potentiële markt voor insecteneiwit in feed-toepassingen op korte termijn vele malen groter is dan het huidige aanbod. Zelfs bij een lage handelsprijs voor insecteneiwitpoeder, loopt de potentiële omzet binnen enkele jaren in de honderden miljoenen.
Bij verdere opschaling, mechanisering en automatisering van de kweek is de verwachting dat het beschikbare volume stijgt en de prijs daalt. Dit versterkt de concurrentiepositie en verbetert het economisch perspectief voor de lange termijn.
Meer circulariteit
Insecten kunnen organische nevenstromen van de landbouw en voedselverwerkende industrie veranderen in waardevolle grondstoffen, zoals insecteneiwit. Deze grondstoffen kunnen vervolgens worden ingezet voor toepassingen in verschillende marksegmenten, waaronder (pet)food en feed. Deze toepassingen zijn steeds gericht op het begin van een nieuwe voedselketen voor mens en dier. Kortom: insecten kunnen de kringloop laten sluiten. Met de groei van de insectensector kan ook de circulariteit van de Nederlandse landbouw en voedingsmiddelenindustrie groeien.
Ketenstructuren om marktkansen te pakken
Nauwe samenwerking tussen ketenpartners is nodig voor de ontsluiting van nieuwe nichemarkten, zoals petfood en feed op basis van insectenolie en levende insecten. Op korte termijn ligt de organisatie van innovatieve, gesloten ketens het meest voor de hand om deze nichemarkten te ontwikkelen.
Om de petfood- en feed-markt te bedienen, zullen insectenkwekers grote volumes insecteneiwit met constante kwaliteit en leveringszekerheid moeten aanbieden. Opschaling, mechanisering en automatisering zijn hiervoor noodzakelijk.
Traditiegetrouw voeren insectenkwekers alle productiestappen in eigen huis uit: van de kweek van productiedieren, via opfok tot eventuele afdoding en verpakking van het product. Voor grootschalige kweek van BSF en de kleine meelworm zou de opfok van larven kunnen worden uitbesteed, net als bij kalveren. Voordeel van dit model is dat de moeilijkste en meest kennisintensieve stappen centraal zijn geregeld, zoals de kweek van productiedieren, paren en eieren leggen. Ook de verwerkingsapparatuur kan bij centraal gebruik efficiënt worden ingezet.
Voor kleine familiebedrijven lijken de mogelijkheden om op korte termijn in te stappen overigens nog beperkt. Het investeringsniveau en de complexiteit van de kweek, in combinatie met de gewenste ketenaanpak, maakt dat alleen innovatieve bedrijven die zich bij bestaande kennisdragers aansluiten, een goede kans op succes maken.