Het kabinet zou er goed aan doen om Nederlandse boeren en tuinders de komende jaren in een betere concurrentiepositie te manoeuvreren, betoogt Albert Jan Maat, voorzitter van LTO Nederland. Door innovaties en investeringen in duurzaamheid verder aan te wakkeren, afspraken tussen boeren en supermarkten op het gebied van dierenwelzijn te steunen en lasten te verlichten. "Wij willen fundamentele stappen zetten op het gebied van dierenwelzijn maar stuiten vervolgens op regels rond mededinging. Dat is spijtig.”
Daar waar Nederland jarenlang zuchtte onder een economische crisis, was de Nederlandse agrarische sector juist een baken van rust en stabiliteit. Enkele cijfers ter illustratie: vorig jaar bedroeg de totale exportwaarde van de Nederlandse agrosector 80,7 miljard euro, de sector biedt werk aan 640.000 mensen en voegt 52 miljard euro waarde toe aan het bruto nationaal product. Boeren en tuinders zijn bovendien een belangrijke beheerders van het Nederlandse cultuurlandschap.
Toonaangevend
LTO Nederland is trots op de agrarische sector. Een sector die haar verantwoordelijkheid neemt door steeds duurzamer te produceren en door steeds nauwer samen te werken met partners in de keten. Hierbij zijn we internationaal toonaangevend. Nederlandse boeren en tuinders lopen voorop in de wereld en leveren producten met een hoge toegevoegde waarde, mede dankzij de grote mate van kennis en innovatie.
Het Nederlandse product wordt in het buitenland veel gevraagd. Telers in Algerije, Egypte, Saudi Arabië en Pakistan kweken aardappelen dankzij Nederlands pootgoed. Nederlandse zuivelproducten als kaas en babyvoeding worden in alle uithoeken van de wereld verkocht. In Rusland, China en Midden-Amerika bouwen Nederlandse bedrijven tuinbouwkassen. Aanverwante bedrijven in de agribusiness gedijen hier zo goed juist omdat in ons land een sterke primaire agrarische sector aanwezig is.
Gelijk speelveld
Voor de Nederlandse boer en tuinder is een gelijk speelveld in Europa van cruciaal belang. Onze kennisintensieve land- en tuinbouw is bij uitstek wél in staat om extra wensen te vervullen, die in de markt worden gevraagd. Kortom, extra inspanningen van veehouders op het gebied van bijvoorbeeld dierenwelzijn en milieu zijn alleen duurzaam en vol te houden als die ook door de markt worden vergoed.
Hoge arbeidskosten en een extra belasting op diesel zijn andere voorbeelden van ongelijke concurrentieverhoudingen. Nederlandse boeren en tuinders hebben geen moeite met Brusselse regelgeving (tachtig procent van de regels wordt daar bepaald), maar wanneer de Nederlandse overheid daar nog een forse schep bovenop doet, ontstaan oneerlijke concurrentie.
Mededingingsregels
Tegelijkertijd is de positie van de boer en de tuinder in de keten (lees: ten opzichte van afnemers en supermarkten) in een aantal gevallen kwetsbaar. Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de ondernemer zelf om hier verbetering in aan te brengen. Maar hier ligt ook een taak van de overheid: bijvoorbeeld door afspraken tussen producenten en supermarktorganisaties op het gebied van dierwelzijn te ondersteunen en niet te laten sneuvelen door mededingingsregels. Ons devies: omarm die afspraken rond dierenwelzijn, torpedeer ze niet!
Tot slot wil de sector de komende jaren nieuwe stappen zetten op het gebied van duurzaamheid. Ook hier kan de overheid een actievere rol spelen, bijvoorbeeld door het stimuleren van innovaties. Boeren en tuinders vragen geen geld, maar willen wel een betere concurrentiepositie. Vandaag tijdens Prinsjesdag zal blijken of ook de overheid dat signaal ontvangen heeft.
Meer informatie
LTO Nederland
Bezuidenhoutseweg 225
2594 AL Den Haag
T.: +31 (0)70 3382700
W.: www.lto.nl