Vorige week heeft Coöperatie De Valk Wekerom in Meppel haar derde fabriek geopend. Naast de twee fabrieken voor gangbare dierenvoeding in Meppel en Lunteren, beschikt het bedrijf nu ook over een eigen bio-lijn.
Tijdens de officiële opening werd ook het nieuwe logo van de fabrikant onthuld. Omdat de vraag naar biologisch voer bleef stijgen werd besloten een eigen biologische fabriek te openen. “In februari 2019 zijn we begonnen met de bouw van deze fabriek en nu zeven maanden later is de klus geklaard”, vertelde De Valk Wekerom-directeur Michael Mackaay afgelopen donderdag.
Tijdens de officiële opening werd het nieuwe logo van de fabrikant onthuld
De eerste levering van biologisch voer door De Valk Wekerom werd al in 2001 afgerond. Het feit dat de coöperatie biologisch voer levert, is dus niet nieuw, maar dankzij de opening van deze derde fabriek ontstond er wel de mogelijkheid om een eigen lijn op te zetten. Vanwege de harde groei van het marktaandeel in de biologische markt. Mackaay: “Vorig jaar hebben wij als bedrijf dertig procent meer aan de biologische sector geleverd dan in het jaar daarvoor. Door deze groeicijfers ontstond de gedachte om zelf biologisch voer te gaan maken, want tot nu toe hadden we dat deel volledig uitbesteed. Het voordeel van zelf produceren, is dat we alles zelf in de hand hebben en nog dichter bij de pluimveehouders komen te staan. Zo kan De Valk Wekerom haar leden nog beter helpen bij het leveren van goed voer.”
Opslagcapaciteit
Naast de biologische fabriek beschikt de productielocatie in Meppel ook over een bulkopslag van drieduizend ton en een opslagloods van vijftienhonderd ton. “De beschikbaarheid van biologische grondstoffen fluctueert enorm en hiermee hebben we een flinke buffer om de leveringen te allen tijde te continueren en te garanderen.”
Neerwaartse tendens
Toch is de beslissing om zelf bio-voer te gaan produceren opmerkelijk: vanuit de branchevereniging is een duidelijke neerwaartse tendens zichtbaar als het gaat om afzetcijfers. “Gelukkig hebben wij daar geen last van en hebben we vorig jaar meer omzet gegenereerd uit biologisch voer, dan in de jaren ervoor. Ook in dit jaar zien we sectorbreed een daling in de omvang, maar De Valk Wekerom heeft nu al (medio oktober) een plus gerealiseerd in de jaaromzet van voer.”
De Valk Wekerom-directeur Michael Mackaay: “De Valk Wekerom draagt vanuit gangbaar en biologisch bij aan het behalen van doelstellingen, zonder dat dit zorgt voor hogere prijzen”
“Lagere kosten per ton”
De reden voor deze atypische beweging is volgens Mackaay simpel: “Dit kan je alleen bereiken als je doet wat de markt vraagt. Er is een stijgende vraag naar voerdiversiteit, waaronder dus ook biologisch. Doordat we nu drie fabrieken – op twee productielocaties Meppel en Lunteren – hebben kunnen we aan al deze vragen voldoen en hebben we een logistiek sterke locatie voor Noord en Oost Nederland en de Duitse grensstreek. Bovendien hebben we door strategische keuzes en het aangaan van allianties met onder andere AgruniekRijnvallei de kosten beheersbaar gehouden. Deze uitbreiding zorgt bovendien voor een verdubbeling van de productie en we zorgen daarmee voor een verlaging van de kosten per ton.”
Scherpe prijzen
De Valk Wekerom is nog altijd de enige voerleverancier met twee fabrieken, waardoor ze op de ene locatie met vismeel werken (voor rundvee) en op de andere juist zonder vismeel. En dat laatste is heel belangrijk voor pluimvee opfokbedrijven. “Wij proberen hiermee ook ons steentje bij te dragen aan de stikstofproblematiek doordat we nu zelf biologisch voer produceren. Zo draagt De Valk Wekerom vanuit gangbaar en biologisch bij aan het behalen van de doelstellingen, zonder dat dit zorgt voor hogere prijzen. Onze leden mogen van ons verwachten dat we tegen scherpe prijzen blijven leveren en dat zullen we dan ook doen.”
Auteur: Richard Bender
Foto's: Geraldine Nikkels