Sinds 2022 geldt voor biologische leghennen een wachttermijn op de eieren bij het gebruik van synthetische ontwormingsmiddelen. Twee jaar verder ziet men dat de sector duidelijk een andere aanpak van wormbestrijding kiest, waarbij monitoring en preventieve maatregelen zijn toegepast.
Het heeft geleid tot een lager en veel gerichter gebruik van synthetische middelen om te ontwormen.
Monitoren
Door middel van mestmonsters kan goed inzicht zijn gekregen over welke wormen in de darm van de kip aanwezig zijn en hoe groot deze wormdruk is. Analyse via mestmonsters heeft de voorkeur boven sectie. Via mestmonsters kan een veel groter deel van het koppel bemonsterd zijn dan via sectie. Belangrijk is wel dat de mestmonsters op de juiste manier genomen zijn. De specialist kan je hierover informeren.
Echter, EPG (eggs per gram) per soort worm alleen geven niet een volledig beeld om te beslissen of er ontwormd moet zijn. Dit getal moet samen met de algehele conditie van het koppel en de productieresultaten van het koppel gewogen zijn alvorens er besloten is. Soms lijken koppels nergens last van te hebben terwijl er wel fors verhoogde EPG-waardes zijn gevonden. Maar het omgekeerde is ook mogelijk. Ook het type worm is bepalend hoe snel er ingegrepen moet zijn. Zo is de spoelworm een stuk minder pathogeen dan de haarworm. Overleg daarom samen met de adviseur en de dierenarts of een koppel ontwormd moet zijn of dat er nog tijd is om middels andere behandelingen de EPG-niveaus te remmen.
Preventie via voeding
Sinds er een wachttermijn is gehanteerd op synthetische middelen is er meer gebruik gemaakt van natuurlijke producten, veelal plantextracten. Deze zijn zowel via het voer als via het water te krijgen. Het regelmatige gebruik van deze alternatieve producten kan bijdragen aan het uitstel van synthetische ontwormingsmiddelen. Samen met de specialist en dierenarts is er een plan op te stellen hoe dit het meest effectief gedurende een ronde toe te passen.
Maatregelen in en om de stal
Bij de volgende omstandigheden sterven wormen en wormeitjes af:
- Warmte
- Kou
- UV-licht
- Zuurstofgebrek
- Uitdroging
Bij preventieve maatregelen kan één of een combinatie van deze factoren toegepast zijn in en om de stal om de wormdruk te verlagen.
Binnen de stal
- Nat reinigen van de stal met veel water
Door nat te reinigen met gebruik van veel water worden wormeitjes weggespoeld. Let op dat het reinigingswater vervolgens niet in de uitloop weggevoerd wordt. Dit geeft extra wormdruk in de uitloop. - Verhitten van stal(vloer)
Wormeitjes sterven af bij temperaturen hoger dan 40 graden Celsius. - Draai de mestbanden regelmatig af
Mest bevat veel wormeitjes. Het minimaal twee wekelijks afdraaien van mest draagt bij aan een lagere wormdruk. - Houd het strooiselniveau laag
Strooisel bevat veel wormeitjes die weer opgenomen worden door de hennen. Houd het strooiselniveau continu op 3-5 centimeter. - Voorkom nat strooisel en aangekoekte mest
Natte en aangekoekte mest zijn ideale omstandigheden voor wormeieren.
Preventiemaatregelen buiten de stal
- Afgraven van bovenste 10 cm van het intensief gebruikte deel van de uitloop
Wormeieren worden in de bodem in de uitloop teruggevonden tot een diepte van 5 cm. Het omploegen van de uitloop wordt daardoor sterk afgeraden. Hiermee worden eitjes verspreid door diepere grondlagen en deze kunnen jaren overleven. Afgraven en deze grond vervangen voor wit zand of houtsnippers verlaagt de wormdruk - Voorkom plassen en modder in de uitloop
Wormeieren ontwikkelen zich snel in een vochtige en warme omgeving. Zorg daarom dat de bodem van de uitloop begroeid blijft om plassen en modder te voorkomen. - Regelmatig maaien van de uitloop
Kort gras en veel beplanting zorgt dat hennen de uitloop zo wijd mogelijk benutten wat helpt de hoge wormdruk dicht bij de stal te beperken. Ook helpt kort gemaaid gras tussengastheren zoals slakken te mijden. - Kalken van de uitloop
Het kalken van de uitloop droogt de omgeving uit en beperkt de ontwikkeling van wormeitjes.
Bron: De Heus