De omvang van de biologische landbouwsector is in 2018 weer wat toegenomen. De biologische veestapel groeide met 10 procent, en het areaal biologische landbouw was 3 procent groter dan een jaar eerder. In 2017 was Oostenrijk het land dat in Europa relatief het grootste areaal biologische landbouwgrond had. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS over de biologische landbouw in 2018.
Veestapel op bedrijven met biologische landbouw
Tabel 1: Veestapel op bedrijven met biologische landbouw
Vooral groei biologische geitenstapel
De biologische veestapel groeide in 2018 met 10 procent naar ruim 3,9 miljoen dieren. Van de totale veestapel in Nederland was vorig jaar 3,4 procent biologisch. In 2017 was dat nog 2,9 procent. Vooral het aantal biologische geiten nam vorig jaar toe, dit groeide met een kwart naar 55 duizend dieren. Tegelijkertijd steeg het aantal biologische varkens naar 97 duizend dieren, een toename van 6 procent. Het aantal biologisch gehouden leghennen nam met 11 procent toe naar 3,6 miljoen dieren. In 2017 telde ons land nog 3,2 miljoen biologische leghennen. De biologische melkveestapel bleef nagenoeg op hetzelfde niveau.
Vergeleken met 2012 is vooral het aantal geiten toegenomen. Dat was vorig jaar meer dan verdubbeld vergeleken met zes jaar eerder. De schapenstapel nam tegelijkertijd met een derde in omvang af.
Areaal biologische akkerbouw 8 procent groter
In 2018 werd op 0,7 procent van het Nederlandse landbouwareaal aan biologische akkerbouw gedaan. In totaal ging het om 11,7 duizend hectare. Dat is 8 procent meer dan een jaar eerder. Het grootste deel van het biologische akkerbouwareaal is bestemd voor akkerbouwgroenten (46 procent), gevolgd door granen (30 procent) en aardappelen (14 procent). Het areaal braak groeide in één jaar tijd het meest. Tussen 2018 en 2017 nam dat met 54 procent toe.
Nederlandse teelt biologische groenten en aardappelen boven EU-gemiddelde
In de 28 lidstaten van de Europese Unie was in 2017 gemiddeld 7,0 procent van het areaal landbouwgrond bestemd voor biologische landbouw, in Nederland was dat 3,1 procent. Koploper in de EU-28 was Oostenrijk, waar bijna een kwart van het areaal biologisch was. Ongeveer 56 procent van het areaal biologische landbouwgrond in Nederland was in 2017 bestemd voor blijvend grasland. In de EU-28 lag dat met 44 procent lager.
Van alle melkkoeien in de EU-28 werd gemiddeld 3,8 procent in 2017 biologisch gehouden. In Nederland was dat 1,9 procent. Oostenrijk gaat ook hier aan kop, meer dan 1 op de 5 Oostenrijkse melkkoeien wordt biologisch gehouden.
Nederland loopt in Europa voorop met de teelt van biologische aardappelen en groenten. 13 procent van het biologische landbouwareaal bestond uit groenten en 2,9 procent uit aardappelen, in de EU-28 lagen deze aandelen met respectievelijk 1,1 en 0,2 procent lager. De aandelen granen (6,1 procent) en blijvende teelt (1,1 procent) liggen onder het EU-gemiddelde.
Biologisch geteelde gewassen, 2017
Tabel 2: Biologisch geteelde gewassen, 2017 (%)
Biologische landbouw, 1000 ha
Tabel 3: Biologische landbouw (1000 ha)
Bron: CBS