In augustus en september zijn de eierprijzen af boerderij zeer fors gestegen. In verband met de fipronil-affaire is het aanbod van eieren krap met als gevolg hoge eierprijzen. De producentenprijzen zijn in september iets gestegen naar 103 punten (2010=100). Ook de consumentenprijzen zijn maar enkele procenten gestegen. Blijkbaar is er op de korte termijn geen nauwe relatie tussen de prijs af boerderij en de prijs in de winkel.
Prijsontwikkeling
De consumentenprijs voor eieren is in de nazomer (augustus en september) licht gestegen. In september was de index 117, bijna 2% hoger dan de index in juli. De supermarkten rekenen dus iets hogere prijzen voor dezelfde eieren. De producentenprijs is in de maanden augustus en september bijna 2 punten gestegen. De index in september was 103 punten. De prijzen af boerderij zijn vanaf augustus fors gestegen. Was de index in juli nog 114, in augustus was deze 133 en in september 154 punten. Een stijging van 35%. In de periode na de zomer stijgen de eierprijzen door het reguliere seizoens effect. Maar deze stijging is toch vooral toe te schrijven aan de fipronil-affaire. Door de blokkade van bedrijven waar fipronil gebruikt is ter bestrijding van de rode bloedluis was het aanbod van eieren in de maanden augustus en september fors lager. Ook in de maand oktober is de prijs nog verder gestegen. In Nederland is circa 10% van de hennen vroegtijdig gedood met als gevolg een lager aanbod van eieren en hoge prijzen. In heel Europa zijn de eierprijzen momenteel hoog. Deze hoge prijzen zijn niet voor alle leghennenhouders lucratief, doordat een deel van hen met vaste contractprijzen werkt. Door vaste prijsafspraken tussen de eierhandel en de supermarkten is het ook verklaarbaar dat de consumentenmarkten maar in geringe mate stijgen.
Keten
De tafeleieren in het schap bij de supermarkten zijn direct door de pakstations afgeleverd of door grossiers via de pakstations. Leghennenhouders leveren eieren aan de pakstations, verpakken zelf of leveren aan de eiproductenindustrie. Broederijen en de opfokkers van jonge hennen zijn belangrijke voorschakels in de eierketen. Mengvoerfabrikanten zijn belangrijke toeleveranciers in de sector.
Toelichting op drie niveaus
Bijna 90% van de tafeleieren wordt afgezet via de supermarkten. Er is geen noemenswaardige import van eieren voor de afzet via supermarkten. In Nederland houden circa 1.000 bedrijven leghennen, in verschillende houderijsystemen. Het merendeel van de hennen wordt gehouden als scharrelhen. Daarnaast worden ook hennen gehouden in kooihuisvesting, vrije uitloop en biologisch.
De geproduceerde eieren worden op de boerderij verpakt of geleverd aan de 14 middelgrote en grote pakstations. Deze sorteren en verpakken de eieren in consumentenverpakkingen. De Nederlandse pakstations leveren tafeleieren aan supermarkten in Nederland (circa 30% van de productie) en Duitsland (ook circa 30% van de productie). Een deel van de eieren (30 tot 35%) gaat naar de eiproductenindustrie in Nederland en het buitenland. Daar worden de eieren verwerkt tot vloeibaar of gedroogd eiproduct. Dit eiproduct wordt vervolgens weer gekocht door de levensmiddelenindustrie, waarbij fabrikanten van sauzen en pasta's en bakkerijen belangrijke afnemers zijn.
Prijsvorming
De leghennenhouders maken veelal per legronde afspraken met een pakstation. Naast kwaliteitsaspecten kan er ook een afspraak gemaakt worden over de prijs voor de eieren. Het merendeel van de leghennenhouders werkt echter met een vrije marktprijs. Dat betekent dat voor elke geleverde partij eieren de marktprijs van dat moment betaald wordt. Er is een duidelijk seizoenspatroon herkenbaar in de marktprijzen. ’s Zomers zijn de eierprijzen voor de leghennenhouders in de regel lager dan in de rest van het jaar. Op detailhandelsniveau zijn de prijzen vrij stabiel.
Prijsindices
De consumentenprijsindex (CPI) is gebaseerd op de prijzen voor tafeleieren in de supermarkt. De PPI is gebaseerd op de opbrengstprijzen van pakstations én die van de eiproductenindustrie.
Bron: Agrimatie