De vier pluimveebedrijven die sinds de brand bij Attero afgelopen januari hun pluimvee hebben opgehokt, kunnen hun dieren weer naar buiten laten gaan. Vandaag, vrijdag 8 maart, werden de resultaten van het onderzoek naar dioxine in gras- en bodemmonsters bekend. Die laten zien dat de dioxinegehalten overeenkomen met het achtergrondniveau.
Van de grasmonsters die zijn genomen bij melkveebedrijven in het gebied worden binnen nu en 2 weken de resultaten verwacht. Als de monsters daar ook gunstig zijn kunnen de melkveehouders hun koeien ook weer weiden, mochten de weers- en persceelsomstandigheden dit toelaten.
Onderzoek in opdracht van Attero en LTO Noord
Attero heeft Wageningen Plant Research (Wageningen UR) gevraagd het vervolgonderzoek uit te voeren. De opzet en uitvoering is in samenspraak met LTO Noord als vertegenwoordiger van de agrarische sector vastgesteld. De analyses zijn uitgevoerd door het RIKILT (Wageningen UR). Attero en LTO Noord zijn blij met de uitkomsten van de onderzoeken tot nu toe.
Aanleiding onderzoek
Van 4 op 5 januari 2019 heeft er brand gewoed bij afvalverwerkingsbedrijf Attero in Wijster. De Milieuongevallendienst (MOD) van het RIVM heeft op zaterdag 5 januari o.a. een vijftal grasmonsters verzameld en geanalyseerd benedenwinds van de brand. In de grasmonsters zijn verhoogde concen-traties dioxinen en dioxine-achtige PCB’s gemeten ten opzichte van het referentiepunt bovenwinds van de brand. De geconstateerde verhoogde gehalten in gras vormden de aanleiding voor het opstarten van vervolgonderzoek naar de gevolgen voor de agrarische sector in het getroffen gebied.
Bron: LTO Noord