Na een cao-loze periode van bijna 3 jaar hebben LTO Nederland, FNV Agrarisch en Groen en CNV Vakmensen deze week een principe akkoord bereikt voor de collectieve arbeidsovereenkomst ‘Productiegerichte dierhouderij’. De cao geldt voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2017 en betreft medewerkers in de melkveehouderij, varkenshouderij, pluimveehouderij en kuikenbroederij. Namens werkgevers zijn ook de POV en het COBK betrokken bij deze cao. De leden van betrokken werkgevers- en werknemers-organisaties moeten nog wel instemmen met dit principe akkoord om tot een definitieve cao te komen.
De sociale partners hebben onder meer afgesproken dat op 1 januari 2017 de loonschalen met 2,5% omhoog gaan. Eventuele loonsverhogingen in de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016 mogen worden verrekend met de loonsverhoging op 1 januari 2017. Naast de loonsverhoging ontvangen werknemers op 1 oktober 2017 een eenmalige uitkering van 1% over het jaarsalaris.
Verder is afgesproken dat tijdens de looptijd van de cao een vergoeding wordt verstrekt voor 50 BBL-plekken (mbo). De vergoeding bedraagt €2.500 per BBL-plek, waarvan €2.000 voor de werkgever en €500 voor de werknemer. In het principeakkoord is ook afgesproken dat de mogelijkheid wordt onderzocht voor het invoeren van een individueel scholingsbudget voor iedere werknemer.
Mooie loonstijging
Henk Onstwedder van FNV Agrarisch en Groen is tevreden: “Onze leden zijn blij dat er weer een cao tot stand komt in de sector dierhouderij. Na drie cao-loze jaren kunnen de leden weer aanspraak maken op een cao, met daarbij een mooie loonstijging van 2,5% per 1 januari 2017. Het is verheugend om te zien dat we komend jaar een forse moderniseringsslag kunnen gaan maken in deze cao. Vouchers voor opleiding, BBL ondersteuning, 80/90/90 voor de ouderen en passende afspraken voor mensen die in meer of mindere mate gehandicapt zijn.”
Volgens Peter de Jong van CNV Vakmensen bevestigt het akkoord het belang van een cao voor werknemers en werkgevers in deze sector. “Een cao die algemeen verbindend kan worden verklaard geeft zekerheid aan de bedrijfstak en voorkomt onnodige concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Dit akkoord biedt aanknopingspunten voor duurzaam meedoen; doorwerken tot aan je AOW vraagt om passende arbeidsvoorwaarden”, aldus De Jong.
Gelijk speelveld
Wim van den Boomen, portefeuillehouder Sociaal Economisch Beleid van LTO Nederland, en Leo van der Zon, cao onderhandelaar namens werkgevers, zijn verheugd over het bereikte akkoord. “Er is na lange tijd weer sprake van een cao die voor algemeen verbindend verklaring (AVV) zal worden voorgedragen. Daarmee ontstaat een gelijk speelveld op het vlak van arbeidsvoorwaarden.”
Het goed is dat sociale partners komende jaar werk maken van modernisering van deze cao. “Dat doen we door werkgroepen in het leven te roepen, die zich bezig gaan houden met arbeidstijden, loongebouw en vergoedingen. En nog beter is het dat in deze afspraken al enkele aanpassingen zijn doorgevoerd die voor werkgevers van belang zijn.” Zo maakt de introductie van een zogeheten startschaal het mogelijk eenvoudiger (jonge) mensen de sector in te laten stromen. De aanpassingen van de toeslagen op de zondag doen recht aan de veranderingen die te constateren zijn op het vlak van wanneer te werken.
Opleidingsvoucher
Voor CNV-sectorbestuurder De Jong biedt de opleidingsvoucher daadwerkelijke kansen voor werknemers om de regie over hun eigen toekomst te nemen. “De afspraken over de koopkracht passen bij de omstandigheden van de sector en biedt koopkrachtbehoud. Een aanpassing in de toeslag op zondag heeft gevolgen voor de mate van inzet van medewerkers die niet in dienst zijn van het bedrijf. Dit kan een positief effect gaan opleveren voor de vaste banen in de sector.”
Bron: LTO Nederland