Eind vorig jaar is voor het eerst een overdraagbare vorm van colistine resistentie (mcr-1) gerapporteerd in bacteriën uit landbouwhuisdieren en humane patiënten uit China.
Colistine is een laatste redmiddel antibioticum voor patiënten in ziekenhuizen met infecties door multiresistente carbapenemase producerende Klebsiella’s. Deze komen in Nederland nog slechts zeer incidenteel voor. De aanwezigheid van een groot dierlijk reservoir met bacteriën met overdraagbare colistine-resistentiegenen is een potentieel volksgezondheidsrisico en is dus ongewenst.
Het voorkomen van dit type colistine-resistentie is ondertussen wereldwijd beschreven en het komt ook in Nederland voor in bacteriën uit de darmen van kippen, kalkoenen en vleeskalveren en op verschillende soorten vlees (vooral kip en kalkoen).
Genetische eigenschap gevonden
Tijdens een gezamenlijk onderzoek in de stammencollectie van CVI, NVWA en RIVM werd deze genetische eigenschap gevonden in minder dan 1% van de onderzochte Escherichia coli bacteriën afkomstig uit de darmen van landbouwhuisdieren en in 2% van de E. coli afkomstig uit vleesproducten. In Salmonella bacteriën werd dit type resistentie in 1% van het onderzochte pluimveevlees aangetoond.
Voorkomen en verspreiding in kaart brengen
Om de verspreiding van dit nieuw type colistine resistentie beter te begrijpen werden de bacteriën op moleculair niveau onderzocht. Twee soorten in een bacterie voorkomende stukjes overdraagbaar DNA (zogenaamde plasmiden) bleken een rol te spelen in de verspreiding tussen bacteriën. Daarnaast bleek uit het onderzoek dat deze eigenschap zich binnen een bacterie kan verplaatsten van een plasmide naar het chromosoom. In dergelijke bacterie kan een eigenschap zich alleen door celdeling verplaatsen naar de dochtercellen. Om het vóórkomen en de verspreiding van deze vorm van colistine resistentie goed in kaart te brengen, is in 2016 een screening gestart in mestmonsters van landbouwhuisdieren. Dit als onderdeel van het huidige monitoringsprogramma voor antibioticumresistentie in dieren.
Bron: Wageningen UR