Staatsecretaris Van Dam reageert op het bericht ‘Platform Hele Snavels Ontbonden’. In het bericht wordt aangegeven dat het dierenwelzijnsplatform voor de pluimveehouderij vanwege commerciële belangen is ontbonden.
Plan van aanpak
Met ingang van 1 september 2018 wordt het behandelen van de snavels verboden bij alle kippen en kalkoenen. Deze ingreep wordt nu nog toegepast om ongerief door verenpikkerij te voorkomen. Om deze risico’s tot een minimum te beperken is het noodzakelijk om meerdere maatregelen te nemen op het gebied van huisvesting, management en fokkerij (het fokken van socialere kippen). Daarvoor is een Plan van aanpak Ingrepen opgesteld en een Stuurgroep Ingrepen Pluimvee opgericht. In deze stuurgroep zijn naast de vertegenwoordigers van de sector ook de Dierenbescherming en het ministerie van Economische Zaken vertegenwoordigd. De stuurgroep zet onder andere onderzoek uit zoals een monitoring van praktijkbedrijven met onbehandelde koppels. Daarnaast deelt zij onderzoeksresultaten en praktijkervaringen met de sector en stimuleert zij ontwikkelingen in de fokkerij en in stalsystemen.
Initiatieven
Naast de initiatieven uit het Plan van aanpak zijn er vanuit de sector zelf verschillende initiatieven ontstaan om goed voorbereid te zijn op de wijzingen in de wetgeving. Het platform Hele Snavels was één van die initiatieven, opgezet door het bedrijfsleven. Het doel van het platform was om kennis over, en ervaring met het houden van hennen met hele snavels te delen. Vervolgens was het de bedoeling dat de kennis sectorbreed zou worden gedeeld, maar over de wijze waarop en wanneer dit zou gebeuren was geen overeenstemming onder de circa dertig deelnemers.
Reactie Van Dam
Staatsecretaris Van Dam: “Hoewel ik het jammer vind dat dit initiatief niet is geslaagd in zijn opzet, heeft dit geen gevolgen voor de ingeslagen weg. De ingangsdatum van 1 september 2018 voor het verbod op snavelbehandeling, zoals opgenomen in het Besluit diergeneeskundigen, blijft onverkort van kracht. Ik roep pluimveehouders daarom op om hun ervaringen te blijven delen’’.
Bron: Rijksoverheid