Recente onderzoeken onder leiding van Wageningen Livestock Research tonen aan dat de fosforuitscheiding van biologisch gehouden leghennen met diverse voedingsmaatregelen zeker met 10% omlaag kan.
Combinatie van voedingsmaatregelen
De onderzoeken laten zien dat door toepassing van een combinatie van maatregelen het fosfaatgehalte in de mest aanzienlijk gereduceerd kan worden. De maatregelen omhelzen het goed inschatten van de fosforverteerbaarheid van de mengvoergrondstoffen, het benutten van het enzym fytase dat van nature in planten aanwezig is, en het afstemmen van de hoeveelheid verteerbaar fosfor in het voer op de behoefte van de dieren. Alles bij elkaar levert dit mogelijke een verlaging van de fosforexcretie op van 10 tot 15 procent. Bij leghennen is bovendien het toepassen van split-feeding een zinvolle maatregel. Bij split-feeding krijgen de hennen ‘s ochtends een voer gericht op de eivorming en ’s middags een voer gericht op de eischaalvorming.
Varkensmest scheiden
Ook is aangetoond dat het goed mogelijk is om biologische varkensdrijfmest te scheiden in een fosfaatrijke en fosfaatarme fractie, waarna de fosfaatrijke fractie bewerkt is tot een aantrekkelijk exportproduct. Door biologische varkensmest te exporteren, vermindert de druk op de binnenlandse biologische mestmarkt.
PPS vermindering fosforexcretie
Het onderzoek, met financiële steun van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, is uitgevoerd in het kader van de Publiek Private Samenwerking (PPS) "Vermindering fosforexcretie door biologisch gehouden varkens en pluimvee". Hierin werkten samen de Vereniging Biologische Varkenshouders (VBV), de Biologische Pluimveehouders Vereniging (BPV), ForFarmers/Reudink, Agruniek-Rijnvallei, ABZ-Diervoeding, Wageningen University & Research, Schothorst Feed Research en het Louis Bolk Instituut. In dit project werd een reductie in fosfaatuitscheiding van ten minste 10% nagestreefd.
Alle resultaten van dit project in de vorm van rapporten en artikelen in vaktijdschriften zijn gebundeld op de website van Biokennis in het pluimveedossier.
Bron: WUR