De Nederlandse land- en tuinbouw is sinds 1990 sterk verduurzaamd. Zo heeft de sector de emissies naar het milieu, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en antibiotica en de uitstoot van broeikasgassen terug weten te dringen – zonder dat dit ten koste ging van de voedselproductie.
Dit blijkt uit het overzicht Duurzaamheidsprestaties van de land- en tuinbouw in vogelvlucht, dat Wageningen Economic Research (WUR) op verzoek van LTO Nederland heeft verzameld.
De Nederlandse agrarische sector staat in de schijnwerpers. Consumenten willen weten waar hun voedsel vandaan komt, hoe het wordt geproduceerd en wat dat betekent voor mens, dier en milieu. Er is grote interesse vanuit het buitenland, omdat onze boeren en tuinders wereldwijd voorop lopen. Ook maatschappelijke organisaties, politiek en media hebben de nodige aandacht voor de sector. Aan het ‘nieuws van de dag’ worden soms verregaande discussies verbonden. De grote trends verdwijnen daardoor soms naar de achtergrond. Het overzicht van duurzaamheidsprestaties van WUR laat echter zien-: de sector heeft de afgelopen decennia grote stappen genomen.
Broeikasgasemissie en productiviteit
Zo is de uitstoot van broeikasgassen door de land- en tuinbouwsector tussen 1990 en 2016 met ongeveer 17% afgenomen, bijna anderhalf keer zoveel als het Nederlandse gemiddelde van zo’n 12%. De productie heeft niet geleden onder het terugdringen van de uitstoot: vergeleken met 1995 is het productievolume met zo’n 25% gestegen. De sector levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de B.V. Nederland. De toegevoegde waarde van het agrocomplex was in 2016 52 miljard euro, oftewel 8,3% van de Nederlandse economie.
Steeds minder antibiotica
Boeren zorgen goed voor hun dieren. Maar ook met de beste zorg kunnen dieren ziek worden. Daarom worden soms antibiotica toegepast. Dit moet wel zorgvuldig gebeuren – resistentie ligt net als bij menselijk gebruik van antibiotica op de loer. Zo worden er al ruim een decennium geen antimicrobiële groeibevorderaars toegepast, en is het totale gebruik van antibiotica sterk teruggebracht, met 46%.
Emissies
Stikstof staat op dit moment hoog op de agenda. Stikstof is een belangrijke voedingsstof voor planten, een teveel kan dus slecht zijn voor ‘arme’ natuurgebieden. De Raad van State heeft onlangs het vergunningensysteem, de PAS, beëindigd. Voor deze juridische impasse moet een oplossing worden gevonden. De land- en tuinbouw zit in de tussentijd niet stil, boeren willen investeren in een verdere verbetering van de luchtkwaliteit. Gelukkig zijn er al hele grote stappen genomen. De emissie van stikstofverbinding ammoniak is namelijk al met 67% afgenomen sinds 1990.
Sector kijkt vooruit
Niet alle indicatoren laten een verbetering zien. Zo is de emissie van fijnstof sinds 1990 toegenomen met 27% (in PM 10 gemeten). De sector is daarmee verantwoordelijk voor ongeveer een vijfde van de fijnstofuitstoot in Nederland. LTO licht toe dat de toename onder meer het gevolg is van de omschakeling naar scharrelsystemen, waarbij de leghennen toegang tot stro en stof hebben. De grotere fijnstofemissie is dus het gevolg van de maatschappelijke behoefte om geen kooisystemen, ook wel bekend als legbatterijen, te gebruiken.
In het geval van gewasbeschermingsmiddelen lijkt de afname in het gebruik van kilo’s werkzame stof per hectare te zijn gestagneerd na een grote daling begin jaren ‘90. Het is een duidelijk voorbeeld van hoe belangrijk de context is. Het aantal kilo’s zegt namelijk niet per definitie iets over de milieubelasting. Hoewel het aantal kilo’s geen dalende trend laat zien is milieubelasting per hectare wel degelijk sterk afgenomen, sinds 2002 met 57% in de akkerbouw en 60% in de melkveehouderij.
De resultaten van de afgelopen drie decennia zijn voor de sector geen reden om achterover te leunen.
“We lopen wereldwijd voorop met groene, gezonde en gewaardeerde producten – juist omdat we altijd nog beter en duurzamer willen worden”, aldus Marc Calon, voorzitter van LTO Nederland.
“We hebben de afgelopen 30 jaar serieuze resultaten geboekt. Agrariërs kunnen wel tegen een stootje, maar soms wordt er wel heel erg veel over de sector geroepen. We moeten de rode draad niet uit het oog verliezen. De Nederlandse sector doet het goed.”
Bron: LTO