Eva Vos heeft in Loosdrecht een kleinschalige pluimveehouderij met tweehonderd hennen en honderd hanen. De eieren en het vlees gaat naar de aandeelhouders van haar onderneming. Voor huisvesting en voeding werkt ze samen met een groenteteler. De basis van het rantsoen van de kippen bestaat uit circulair pluimveevoer van Voerwaarts.
Eva Vos studeerde dierwetenschappen in Wageningen. Als onderdeel van haar master deed ze in 2018 een stage bij een tuinder en schreef een plan over het sluiten van voedselkringlopen met behulp van kippen. “Mooi plan, breng het maar in de praktijk op mijn land”, zei de tuinder toen Vos haar advies geschreven had. Die kans liet Vos niet onbenut. “Ik heb zelf geen boerenachtergrond, maar wilde altijd wel graag met dieren aan de slag. Dit was de kans die ik kreeg en die heb ik met beide handen aangepakt”, vertelt ze. In 2019 kwamen de eerste kippen op het terrein bij de tuinderij. Naast pluimveehoudster heeft Vos haar eigen onderneming Eva Vos Agro-Ecologishc ontwerp & advies.
Consument aandeelhouder
Vos heeft haar onderneming KipEigen opgezet op basis van Community Supported Agriculture. Dit betekent dat consumenten aandeelhouder zijn. Dit zijn er op dit moment honderd. Elke aandeelhouder betaalt jaarlijks dus één honderdste van de kosten. In ruil daarvoor krijgen ze elk hun aandeel vlees en eieren. In de kosten is ook het arbeidsloon voor Vos verwerkt. De kippen zijn gehuisvest in vier kipmobielen en scharrelen, als de ophokplicht geen roet in het eten gooit, rond door een boomgaard. Omdat er komend jaar meer grond voor Vos beschikbaar komt, denkt ze aan uitbreiding. “Qua aantallen pluimvee is er niet echt veel ruimte meer, wil ik binnen de normen van de hobbypluimveehouders blijven. Dus richt ik me nu ook op schapen, varkens en plantaardige teelten”, vertelt Vos, die zich qua wetgeving sowieso in een grijs gebied waant. “De wet maakt onderscheid tussen hobbypluimvee en commercieel pluimvee. Ik ben eigenlijk geen van beide. In mijn ogen zou er op het gebied van regelgeving best een tussenvariant voor ondernemers zoals ik mogen komen, met duidelijke eisen als het bijvoorbeeld gaat om huisvesting en monitoring van dierziekten. Ik wil geen risico vormen voor commerciële pluimveebedrijven.”
Dubbeldoelkippen
Vos fokt de hennen niet zelf op. De hanen wel, die komen binnen als eendagskuiken. De hennen komen aan als ze tegen de leg zitten.. “Opfokken van leghennen is een vak apart. Hier leg je de basis voor de rest van het productieve leven. Dat moet je aan de professional overlaten. Als ik het zelf zou doen, zou het ook ten koste gaan van de capaciteit. Dat zou eieren kosten.”
Momenteel heeft Vos Red Island, Sussex, Noord-Hollands Blauwe, Harco Nera, Amber en Koningsberger. Ze kiest bewust voor deze dubbeldoelrassen omdat het robuuste kippen zijn die tegen een stootje kunnen. “Ze moeten tegen het buitenleven bestand zijn en een diversiteit aan voer kunnen verwerken. Omdat ze niet zozeer gericht zijn op een hoge eiproductie, kunnen ze ook wat dunner worden gevoerd. Zo voer ik ze bijvoorbeeld ook groenteresten, zoals afgekeurde wortelen, bieten, pompoenen, snijbiet, preitopjes, bietenloof en courgettes. Dat vult wel, maar geeft niet veel energie. Ze krijgen er wel extra vitamines door.” De basis van het rantsoen bestaat uit circulair pluimveevoer van Voerwaarts. Deze gespecialiseerde mengvoerleverancier biedt een assortiment voer voor varkens, rundvee en pluimvee dat volledig is gemaakt van reststromen en retourstromen van humane voeding.
De haantjes
De haantjes van Vos krijgen tot twaalf weken ad libitum circulair vleeskuikenkorrel, vanaf drie à vier weken aangevuld met broodmeel dat wordt opgebouwd tot maximaal twintig procent in de achtste week. Na twaalf weken wordt het voer beperkt aangeboden, waarbij de 80-20 verhouding van voer en broodmeel gehandhaafd blijft. Op een leeftijd van zestien weken hebben de hanen hun slachtgewicht bereikt.
De Leghennen
Leghennen blijven twee jaar en krijgen ad libitum legkorrel via trapbakken. “Ze krijgen pas voer als ze op de tree gaan staan. Zo zien ze het voer niet en gaan daardoor meer scharrelen.” In het tweede jaar strooit Vos iets oestergrid bij voor een betere eierschaalkwaliteit. Het legpercentage piekte in het eerste jaar in de zomer rond de 90 procent. In de winter was het legpercentage op het dieptepunt 23 procent, maar dit was maar één week het geval. In drie van de vier kipmobielen wordt bijgelicht.
Circulair voer
De pluimveehoudster vindt dat het circulaire voer prima past bij haar onderneming. “Hiermee wordt landbouwgrond in eerste plaats gebruikt voor productie van humane voeding. De reststromen worden verwaard door dieren. Bovendien past dit voer goed bij mijn dubbeldoelkippen, doordat het eiwitgehalte niet zo hoog is. Mijn kippen gaan daar namelijk niet zo efficiënt mee om als hybride leghennen en dat zou onnodig eiwitverlies geven.”
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: KipEigen
Dit is een artikel uit de Pluimveekrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.