Begin mei werd in Brussel de slotconferentie van ‘Best Practice Hens’, een project rond alternatieve eiproductiesystemen, gehouden. Hier werden de resultaten van een tweejarig proefproject van het Europees Parlement over de beste prakijken voor alternatieve productiesystemen van eieren gepresenteerd.
Ongeveer 100 deelnemers woonden het evenement bij in de gebouwen van de Europese Commissie. Ongeveer hetzelfde aantal mensen volgde de webstreaming en maakte zelfs verbinding vanuit landen als Argentinië, de VS of Taiwan.
“De helft al kooivrij”
Het evenement werd geopend door Claire Bury, adjunct-directeur-generaal voor voedselduurzaamheid bij DG SANTE, die de context van de start van het project schetste. Ze wees erop dat nu al ongeveer de helft van de eieren die op de markt worden gebracht, afkomstig is van alternatieve systemen, of het nu gaat om biologische, vrije uitloop- of stalsystemen. Dit bewijst dat een overgang naar kooivrije huisvesting in de legkippensector haalbaar is.
Krachtige steun Europees Parlement
Benoît Biteau, lid van het Europees Parlement (EP) en eerste ondervoorzitter van de Parlementaire Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, sprak namens het EP zijn krachtige steun uit voor de overgang en voor het toekomstige voorstel van de Commissie om het gebruik van kooien voor jonge hennen en legkippen geleidelijk af te schaffen. Hij zei: “Er is een duidelijke wens om af te stappen van kooien, omdat kooien het natuurlijke gedrag van kippen beperken. Het Europees Parlement wil af van kooihuisvesting. Om deze overgang te realiseren is het belangrijk om concurrentie met eieren en eiproducten uit derde landen met lagere welzijnsnormen te vermijden”. Biteau benadrukte dat de uitwisseling van kennis en ervaring tussen de EU-lidstaten moet worden vergemakkelijkt, aangezien dit een essentieel onderdeel van het proefproject is.
Verschillende aspecten en systemen
Vier projectleden presenteerden de gebruikte methodologie en de belangrijkste behaalde resultaten van het onderzoek.
Professor Bas Rodenburg van de Universiteit Utrecht, de projectleider, liet een video zien om de belangrijkste aspecten van het project te presenteren. Ook presenteerde hij de verschillende kooivrije stalsystemen voor opfokhennen en leghennen. Hij benadrukte het belang van een zo gelijkaardig mogelijk huisvestingssysteem voor zowel de jonge als de leghennen, waardoor een soepele overgang mogelijk is.
Economische overwegingen
Peter van Horne van Wageningen Economic Research in Nederland sprak over de economische en marktoverwegingen van de transitie naar kooivrije systemen. Hij legde de huidige situatie in de EU uit, met 55 procent van de kippen in kooivrije systemen. Van Horne wees erop dat de productiekosten in vergelijking met ingerichte kooien 15 procent hoger zijn voor binnensystemen, 35 procent hoger voor vrije uitloopsystemen en meer dan 200 procent hoger voor biologische systemen. Dit laatste voornamelijk als gevolg van hogere voerkosten.
Best practices voor opfok
Anja Riber, van de Universiteit van Aarhus in Denemarken, presenteerde de beste praktijken voor het fokken van jonge hennen. Ze onderstreepte het belang van een kwalitatief hoogwaardige opfok, omdat in deze eerste 17 levensweken de basis wordt gelegd voor een succesvolle legperiode. Mevrouw Riber benadrukte dat het project 31 praktijksamenvattingen en een welzijnsbeoordelingsprotocol heeft ontwikkeld. Deze zijn beschikbaar via de projectwebsite. Daarnaast benadrukte ze het belang van een goede opleiding van pluimveehouders en personeel, een goede procedure voor inspectie van het koppel en vakmanschap.
Best practices voor volwassen leghennen
Mona Giersberg van de Universiteit Utrecht, presenteerde de best practices voor volwassen leghennen. Er zijn best practices ontwikkeld voor onderwerpen op het gebied van gezondheidsmanagement (bioveiligheid, bloedluis, endoparasieten), voer- en drinkwaterapparatuur en voermanagement, specifiek voor leghennen.
Het evenement werd afgesloten met een rondetafelgesprek met Pekka Pessonen (COPA-COGECA), Birthe Steenberg (AVEC), Fabrizio Fabbri (Euro Coop), Jørgen Nyberg Larsen (EUWEP en EEPTA), Olga Kikou (CIWF) en Maya Cygańska (Eurogroep), geleid door Frédéric Vincent van DG SANTE. Verschillende standpunten werden vanuit verschillende perspectieven gedeeld. Onderwerpen als de etikettering van eieren, milieuduurzaamheid en de economische situatie in Europa waren de belangrijkste punten van het debat.
Tekst: Gerben Hofman