Door grote verschillen in prijsontwikkeling van producten lopen de inkomens tussen de land –en tuinbouwsectoren enorm uiteen. Zo is het gemiddelde inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje) voor zeugenbedrijven -75.000 euro en voor een gemiddeld glasgroentebedrijf +274.000 euro. De glasgroentetelers kennen de sterkste inkomensstijging en komen daarmee op een historisch hoog niveau. Ook leghennenbedrijven en akkerbouwers zien een gunstige inkomensontwikkeling. De varkenshouders en in iets mindere mate de melkveehouders kijken terug op een economisch teleurstellend verlopen jaar. Dit blijkt uit de jaarlijkse inkomensraming van LEI Wageningen UR, mede op basis van CBS-cijfers.
In 2015 toont het inkomen van leghennenhouders een sterk herstel, na twee minder goede jaren. De afzetmarkt voor scharreleieren is verbeterd. Ook zorgt de grotere vraag naar eiproducten vanuit de Verenigde Staten door uitbraak van de vogelgriep voor hogere prijzen. Het inkomen van het gemiddelde vleeskuikenbedrijf daalt door hogere kosten van vooral huisvesting en afzet van pluimveemest. Het geraamde inkomensniveau ligt nog wel ruim boven het langjarig gemiddelde.
Bron: LEI Wageningen UR