Allereerst is het belangrijk te weten hoe groot het risico is op aanwezigheid van mycotoxines in het eindvoer. Hiervoor is het belangrijk te weten wat het mycotoxinegehalte in de grondstoffen is. Met de DSM Mycotoxine Prediction tool kan al vóór de graanoogst een beeld worden verkregen van het verwachte mycotoxine risico in bepaalde regio’s.
Hiervoor maken de DSM-algoritmen gebruik van criteria als temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en neerslag op 61.000 meetpunten wereldwijd in combinatie met de jaarlijkse mycotoxine-survey van het bedrijf. “Dit laat toe om graan gericht aan te voeren uit regio’s met een laag risico”, vertelt Snoeck. “Omdat op dit moment het risico op mycotoxines in mais en maisbijproducten hoog is, zou ik het aandeel van deze producten in samengestelde voeders beperken tot 50 à 75 procent van de gebruikelijke maximale adviezen.”
Groei van mycotoxines voorkomen
Om de vorming van mycotoxines te voorkomen, is het belangrijk dat schimmels zo weinig mogelijk kans krijgen op het veld en in de opslag. De weersomstandigheden tijdens de groei en vooral de bloeiperiode van granen zijn de grootste risicofactoren. Veel regen en matige temperaturen werken de groei van schimmels in de hand. De teler heeft hier echter geen invloed op. Wel kan een teler het risico op schimmelgroei en mycotoxines beperken met de volgende maatregelen:
- Voldoende teeltrotatie om besmetting van het ene op het andere teeltseizoen te voorkomen.
- Bij een besmetting in de bodem is goed ploegen belangrijk.
- Rassenkeuze: er zijn rassen die resistent zijn tegen mycotoxines.
- Pas de juiste fungicidenbestrijding toe.
- Kies het juiste oogsttijdstip.
- Goede reiniging bij oogst. Veel mycotoxines stapelen zich op in het kaf of aan de buitenkant van de graankorrel. Hoe beter de korrel gereinigd, hoe beter.
- Schone en vochtvrije opslag met de juiste temperatuur.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Gert van Santen