Met ingang van 1 januari 2022 zijn er strengere eisen aan voer voor biologische leghennen. Dit zorgt voor extra uitdagingen voor pluimveehouders en nutritionisten. Vooral de verteerbaarheid is een risico. Agruniek Rijnvallei heeft proeven gedaan met voer dat uit honderd procent biologische grondstoffen bestaat. De resultaten geven hoop volgens de voerleverancier.
Voer voor biologische leghennen vanaf 18 weken mag tot nu toe nog voor vijf procent uit gangbare eiwitten bestaan. Die laatste vijf procent moet vanaf januari ook van biologische herkomst zijn. Dit geeft nutritionisten extra uitdagingen, want de gangbare bestanddelen, vaak maisgluten en aardappeleiwit zijn in biologische vorm lastig te krijgen. “Dit geeft risico’s voor de beschikbaarheid”, aldus nutritionist Dennis van Vilsteren van AgruniekRijnvallei in een webinar voor pluimveehouders op dinsdag 14 december. “Dit geldt met name voor het aminozuur methionine. Er zijn maar een paar eiwitrijke bronnen die rijk zijn aan methionine. Een daarvan is zonnebloemschilvers. Die zijn nu wel goed beschikbaar, maar dat wisselt nogal eens door de jaren heen. Daarnaast zijn ze erg rijk aan fosfor. Er zijn ook nog wel een paar andere mogelijke grondstoffen, maar die zijn allemaal maar krap beschikbaar.”
Verteerbaarheid minder
Naast over de krapte in beschikbaarheid van biologische grondstoffen maakt Van Vilsteren zich zorgen over de verteerbaarheid van het voer. “Deze zal minder worden, want de vijf procent gangbaar die we nu nog gebruiken zijn vaak toch hoogwaardige grondstoffen.” Ook waarschuwt de nutritionist dat het voer duurder wordt. “Dit komt door de andere grondstoffen die gebruikt moeten worden, maar ook door de dertig procent regio-eis en de verlaging van het aandeel gangbaar in de omschakeling. We moeten meer grondstoffen uit een kleinere regio halen. Dit geeft een verhoging van de nu toch al hoge kostprijs en een beperking in de keuze.”
Mogelijkheden voor dierlijk eiwit
Van Vilsteren ziet in de nieuwe situatie kansen voor dierlijk eiwit. Agruniek Rijnvallei heeft mogelijkheden om dit in het voer te verwerken. De leverancier beschikt over een specifieke productielocatie voor pluimvee. Als zij in deze fabriek ook voer voor bijvoorbeeld herkauwers zou maken, zou het niet mogelijk zijn om daar met dierlijk eiwit te werken omdat dit bij herkauwers verboden is. Als voorbeeld van dierlijke eiwitten noemt de nutritionist bewerkt dierlijk eiwit (PAPS). Agruniek Rijnvallei is in dit kader in gesprek met een leverancier over biologisch varkensmeel, dat zou kunnen worden gebruikt bij leghennen vanaf 18 weken. Insecteneiwit is vooralsnog te duur, denkt Van Vilsteren. Vismeel mag ook in biologisch voer worden gebruikt. “Dat is een voordeel, het kan een extra plus geven op de voeropname”, vertelt de nutritionist.
Proeven geven hoop
AgruniekRijnvallei heeft het honderd procent biologische voer in de praktijk getest. “De resultaten geven hoop, er is weinig verschil met het biologisch voer dat nu nog wordt gebruikt. Qua productie, eigewicht en voeropname zagen we na overschakelen op het nieuwe voer weinig verschil. Een nadeel dat Van Vilsteren noemt is de mindere kleur van de dooiers. Biologische eieren staan bekend om hun mooie diepgele eierdooiers. Omdat er met het nieuwe voer geen maisgluten meer gevoerd worden, daalt de geelkleuring. Er zijn op dit moment helaas geen alternatieve producten op de markt om de geelkleuring wat op te krikken.
Tekst: Gerben Hofman