De besmetting van Nederlandse eieren met fipronil heeft grote gevolgen voor de pluimveesector. Door de besmetting zijn 180 pluimveebedrijven stilgelegd en miljoenen eieren vernietigd. Supermarkten in binnen- en buitenland hebben besmette eieren uit de schappen gehaald. De Rabobank schetst de mogelijke impact op korte en lange termijn.
De impact op korte termijn
De schade voor de sector is op dit moment nog niet volledig inzichtelijk. De impact per bedrijf verschilt sterk. De meeste bedrijven kunnen de klap nu nog zelf opvangen, doordat zij voldoende financiële buffer hebben of doordat zij hun pluimveebedrijf combineren met een andere tak, zoals akkerbouw of melkvee. Dat neemt niet weg dat het voor de getroffen bedrijven individueel nu al heel veel impact heeft, zowel emotioneel als financieel.
Samen zoeken naar perspectief op lange termijn
Sommige bedrijven zaten al in financieel zwaar weer en hebben het nu extra moeilijk. Andere ondernemingen zien hun liquiditeit dalen tot onder een acceptabele grens. Een deel van de getroffen bedrijven wil of moet de onderneming zelfs staken. De Rabobank spant zich in om dit aantal bedrijven zo laag mogelijk te houden. Wij maken desgewenst afspraken gemaakt met getroffen bedrijven over tijdelijk uitstel van aflossing of het verlenen van een overbruggingskrediet, bijvoorbeeld voor de aankoop van diervoeders of een nieuwe veestapel. Perspectief op lange termijn is hierbij het uitgangspunt.
De impact op langere termijn
De schade voor de sector kan enorm oplopen wanneer de huidige situatie van onzekerheid voortduurt. Vijf factoren zijn hierbij bepalend voor de duur bij aan de onzekerheid:
- Ruien of vroegtijdig doden
De hoop is er op gevestigd dat kippen door ruien fipronil-vrij worden, waardoor de eieren weer geschikt worden voor consumptie. Als ruien niet snel genoeg lukt, blijft vroegtijdig doden over. Dit is duurder, omdat stallen geruime tijd leeg staan en er nieuwe leghennen moeten worden aangekocht. Vroegtijdig doden roept ook maatschappelijk verzet op. Tot het moment van doden moeten de hennen gewoon worden doorgevoerd, wat bij langere wachttijden in de destructie een grote kostenpost is.
- Duur van leegstand
Een lege stal levert de ondernemer niets op. Hoe langer de stal leeg staat, hoe groter het verlies voor de individuele ondernemer.
- Eierprijs
Als gevolg van de crisis stijgt nu de prijs van eieren. Dit lokt productie uit in andere delen van Europa. Hierdoor kan de prijs van eieren daaropvolgend dalen als de getroffen bedrijven weer volop in productie zijn. Een fenomeen dat na iedere crisis is te zien. Dit heeft consequenties voor de hele sector. Verder, als het consumentenvertrouwen in vooral Duitsland zich niet snel herstelt en de Duitse supermarkten weer Nederlandse eieren gaan verkopen, moet een alternatieve afzet voor al die eieren gevonden worden (het gaat per jaar om een export van 5 miljard eieren naar Duitsland), wat zich zal vertalen in een enorme eierprijsdaling voor de hele Nederlandse legsector.
- Afzet in binnen- en buitenland
Hoe langer het duurt voor Nederland weer eieren mag gaan leveren, hoe groter de kans dat andere landen dat deel van deze markten benutten. Dit heeft consequenties voor de hele Nederlandse legsector. In een later stadium moeten die markten tegen naar verwachting lagere prijzen weer terugveroverd worden.
- Claims en recalls
Het is nog onduidelijk of – en in welke vorm – er claims volgen, bijvoorbeeld door de recalls, door gedupeerde partijen, al dan niet binnen de sector zelf.
Aanbevelingen
Het is van belang dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt. Alle partijen in de keten hebben daar behoefte aan, want elke dag uitstel kost geld voor de getroffen bedrijven, de sector en de hele keten. Daarbij pleit Rabobank voor gelijke behandeling van de crisis binnen de EU. Het is belangrijk dat alle landen de Europese wet- en regelgeving op dezelfde wijze interpreteren en onderling gelijk optrekken qua maatregelen. Onderlinge verschillen mogen niet op de individuele boer worden afgewenteld.
Bron: Rabobank