Het saldo van de leghennen ligt in mei 2022 fors hoger dan vorig jaar en komt uit op 38.000 euro per bedrijf. Dat is bijna 31.000 euro hoger dan in mei vorig jaar en het gevolg van het feit dat de eierprijzen sterker zijn stegen dan de voerprijzen. Het saldo ligt daarmee ruim 26.000 euro boven het langjarig gemiddelde. De resultaten zijn berekend voor een bedrijf met 55.000 scharrelhennen zonder uitloop.
Opbrengsten stijgen meer dan de voerkosten
Net als andere veehouderijsectoren kampt de leghennenhouderij met steeds verder oplopende voerkosten. In mei zijn die voerkosten 27.000 euro, ofwel 43 procent, hoger dan mei vorig jaar en daarmee ruim boven de vorige piek begin 2013. De voerprijzen zijn vanaf maart explosief gestegen als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Ook de aankoopprijs van jonge hennen is verder gestegen naar een nieuw recordniveau.
De opbrengsten waren in mei bijna 62.000 euro hoger dan in dezelfde maand vorig jaar. De prijs van scharreleieren lag in mei 66 procent boven het niveau van vorig jaar, twee derde hoger dan het langjarig gemiddelde over 2012-2021. Vergeleken met mei vorig jaar zijn de opbrengsten sterker gestegen dan de kosten waardoor het saldo in mei met 31.000 euro steeg naar 38.000 euro per bedrijf.
De opbrengstprijs van scharreleieren schoot in maart en april omhoog. In mei volgde een lichte prijsdaling, maar de prijs is wel 66 procent hoger dan in mei vorig jaar. De vraag door de eierverwerkende industrie voor de productie van vloeibare en poedervormige eiproducten is groter, mede als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Eieren uit Oekraïne waren vooral bestemd voor de industrie, maar deze handelsstroom is voorlopig gestopt. Een andere onzekerheid is de vogelgriep die het eieraanbod in Nederland en enkele EU-landen die zwaar door de vogelgriep zijn getroffen verkleint. Ook in Amerika heeft de ziekte al tot ruiming van miljoenen dieren geleid. Dat alles zorgt ook voor onrust op de eiermarkt en de hoogste eierprijzen sinds maart 2012.
Die uitzonderlijk hoge eierprijzen gelden overigens slechts voor een klein deel van de totale eierproductie, namelijk voor de eieren die worden afgezet op de vrije markt. De meeste eierhandel tussen legpluimveehouders, pakstations en retail/winkelbedrijven is tegen vooraf afgesproken vaste prijzen. De meeste legpluimveehouders kunnen daardoor niet van de hoge eierprijzen profiteren, maar worden wel geconfronteerd met de sterk gestegen voerprijzen. Supermarkten betalen nu wel meer dan de eerder afgesproken contractprijs vanwege de hoge voerkosten, maar dat is onvoldoende om de extra kosten te compenseren.
Voortschrijdend saldo ligt ver onder het langjarig gemiddelde
Het voortschrijdend jaarsaldo lag in mei 31.000 euro per bedrijf onder het langjarig gemiddelde. In juli 2020 lag het voortschrijdend jaarsaldo op een hoog niveau, maar daalde daarna snel door lagere opbrengsten en hogere voerkosten. Dankzij het hogere saldo in maart, april en mei is het voortschrijdend jaarsaldo gestegen naar 0,57 euro onder het langjarig gemiddelde van 4,60 euro per leghen per jaar.
Bron: Agrimatie