In maart kwam het saldo leghennen uit op 45.400 euro per bedrijf, 19.000 euro meer dan in maart vorig jaar. Dit is vooral te danken aan de hogere eierprijzen, die iets sterker stegen dan de voerprijzen. Het saldo ligt daarmee ruim boven het langjarig gemiddelde. De resultaten zijn berekend voor een bedrijf met 55.000 scharrelhennen zonder uitloop.
Opbrengsten stijgen meer dan de voerkosten
Net als andere veehouderijsectoren kampt de leghennenhouderij met steeds hogere voerkosten. In maart zijn die voerkosten bijna 19.000 euro ofwel 32 procent hoger dan maart vorig jaar en het hoogst sinds begin 2013. De voerprijzen stegen vanaf oktober 2020 door hogere prijzen van de veevoergrondstoffen en zijn in maart explosief gestegen door de oorlog in Oekraïne. Ook de aankoopprijs van jonge hennen is verder gestegen in navolging van de hogere voerkosten.
De opbrengsten waren in maart 41.000 euro hoger dan in dezelfde maand vorig jaar. De prijs van scharreleieren lag in maart 38 procent boven het niveau van vorig jaar en ruim hoger dan het langjarig gemiddelde 2012-2021. Vergeleken met vorig jaar zijn de opbrengsten sterker gestegen dan de kosten; waardoor het saldo in maart met 19.000 euro steeg naar ruim 45.000 euro.
De opbrengstprijs van scharreleieren knalde in maart omhoog (36 procent hoger dan in februari en 38 procent hoger dan in maart vorig jaar). De versoepeling van de coronamaatregelen heeft een gunstige invloed op de consumptie in de horeca. Er is ook veel vraag naar verse schaaleieren door de eierverwerkende industrie voor de productie van vloeibare en poedervormige eiproducten. De vraag door de verwerkers werd vergroot door de oorlog in Oekraïne. Import van eieren uit Oekraïne ging vooral naar de industrie en die handelsstroom is voorlopig gestopt. Een andere onzekerheid is de vogelgriep die het eieraanbod in enkele EU-landen vermindert. Dat zorgt ook voor onrust en heeft geleid de hoogste eierprijzen sinds maart 2012.
Die uitzonderlijk hoge eierprijzen gelden overigens maar voor een klein deel van de productie op de vrije markt. De meeste eierhandel tussen pluimveehouders, pakstations en retail/winkelbedrijven is tegen vooraf afgesproken vaste prijzen. De meeste legpluimveehouders kunnen daardoor niet van de hoge eierprijzen profiteren, maar worden wel geconfronteerd met de sterk gestegen voerprijzen. Supermarkten hebben intussen wel besloten om 0,9 eurocent per ei extra te betalen boven de afgesproken prijs vanwege de hoge voerkosten; maar dat is onvoldoende om de extra kosten te compenseren.
Voortschrijdend saldo ligt ver onder het langjarig gemiddelde
Het voortschrijdend jaarsaldo lag in maart 106.000 euro per bedrijf onder het langjarig gemiddelde. In juli 2020 lag het voortschrijdend jaarsaldo op een hoog niveau, maar dit daalde daarna snel door lagere opbrengsten en hogere voerkosten. Dankzij het hogere saldo in maart is het voortschrijdend jaarsaldo gestegen tot 1,94 euro onder het langjarig gemiddelde van 4,60 euro per leghen per jaar.
Bron: Agrimatie