Volgens Jakob Bartelds, bestuurder LTO Nederland, krijgen landbouwers onterecht waterschapsbelasting verhogingen opgelegd, wanneer de voorgestelde wijzigingen worden doorgevoerd. “Vanuit de sector wordt steeds meer gedaan om de kwaliteit van het water te verbeteren. Daardoor hoeft het waterschap minder te investeren en dat scheelt kosten”. Bartelds wijst daarbij o.a. op de eigen inspanningen via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en de initiatieven vanuit de glastuinbouw. Ook over andere punten in het voorstel is de landbouworganisatie kritisch.
LTO reageert hiermee op het voorstel van de Unie van Waterschappen voor een aanpassing van de waterschapsbelastingen: de water systeemheffing en de verontreinigingsheffing.
Bestuurder Jakob Bartelds vindt dat er in dit voorstel geen rekening is gehouden met de afspraken tussen de Unie van Waterschappen en LTO Nederland vastgelegd in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). “Steeds vaker realiseren we op gebieds- en perceel niveau samen aanpassingen ten gunste van de lokale waterkwaliteit en met resultaat”. Het gaat dan om maatregelen op het bedrijf en in de bodem waardoor de uit- en afspoeling vermindert Volgens Bartelds lijkt er nu geen rekening te worden gehouden met de effecten hiervan op de kwaliteit van water. “Ook de glastuinbouw is op eigen initiatief druk bezig om minder nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen te lozen, regelmatig worden samen afspraken gemaakt over de aanpak met het waterschap. Als je dan verontreinigingsheffingen gaat opleggen als waterschap, is dat onterecht voor de tuinders”, aldus Bartelds. Daarnaast vindt LTO het niet terecht dat er belasting betaald moet worden voor zaken die de land- en tuinbouw niet zelf veroorzaakt. Bijvoorbeeld kwel, veenoxidatie of vervuilingen in rivierwater dat vanuit het buitenland binnenstroomt. Bartelds: “Ik zie liever dat we hier ondersteunt worden in het treffen van maatregelen”.
Samen optrekken
De samenwerking tussen de waterschappen en LTO zal volgens Bartelds op het niveau van een individueel waterschap moeten plaatsvinden. LTO wil hier meedenken en beslissen over actuele thema’s als energie en circulaire economie, vooral in relatie tot de waterzuivering in de toekomst. “We willen graag in samenwerking innovatieve oplossingen doorvoeren. Op het land gaat het dan om bijvoorbeeld waterberging, co2 vastlegging en het voorkomen van veenoxidatie door onderwaterdrainage”. Een deel van de sector loost op het riool en ook daar is samenwerking voor de aanpak van de vervuiling gewenst.
Onrechtvaardige Kostenverdeling
Tegelijkertijd vindt LTO dat wel heel gemakkelijk wordt afgestapt van de huidige en ook onderzochte kostentoedelingsmethode. In het huidige systeem geldt het criterium “waarde” afgeleid van de WOZ-waarde voor gebouwde eigendommen en de prijs van de landbouwgrond in eigendom van de boer. Volgens LTO is dit een rechtvaardige verdeling, die moet blijven bestaan. Daarom wordt het voorgestelde gebiedsmodel, waarbij het waterschapbestuur zelf binnen de aangegeven bandbreedte het aandeel voor de land- en tuinbouw kan vaststellen afgewezen.
LTO constateert bovendien dat de hoogte van de belastingen per waterschap met het nieuwe verdelingsysteem enorm gaan verschillen. Afhankelijk van de gekozen scenario’s geeft het rapport aan dat de lastenstijgingen per waterschap voor de sector kan oplopen tot wel 700%
Voor LTO is het overigens wel logisch dat er extra betaald moet worden voor taken die het waterschap extra uitvoert voor de landbouw als daar om wordt verzocht.
Bron: LTO Nederland