Door de behandeling met fipronil is een grote hoeveelheid vervuilde mest op de gedupeerde bedrijven ontstaan. Deze mest kan tot dusver in feite alleen verwerkt worden bij de biomassacentrale (BMC) in Moerdijk. BMC kan 1.000 ton van deze mest per week verwerken.
Om pluimveehouders te helpen bij knelpuntsituaties heeft ARN in Weurt eind 2017 éénmalig 2.500 ton (te natte) fipronilmest verbrand. Het bedrijf heeft geen capaciteit meer om mest te verbranden en heeft dat uit sympathie voor de getroffen boeren onder kostprijs gedaan. Rendac is technisch niet ingericht op de verbranding van mest, indien noodzakelijk zou een deel daar mogelijk toch verwerkt kunnen worden, maar tegen hoge kosten voor pluimveehouders.
De sector heeft de afgelopen maanden diverse gesprekken gevoerd met de overheid over alternatieve oplossingen, zoals een tijdelijke tussenopslag. Helaas hebben deze gesprekken tot op heden niet geleid tot een oplossing.
Omdat BMC dit voorjaar 4 weken dicht gaat voor groot onderhoud, bepaalde mest te nat is om te verbranden en mest die (te) lang blijft liggen een lagere calorische waarde krijgt (waardoor verbranden slechter of niet meer gaat) vraagt de sector de overheid mee te werken aan andere oplossingen zoals bijvoorbeeld het homogeniseren van vervuilde met schone mest op het pluimveebedrijf. Het is hierbij van groot belang inzicht te krijgen in de hoeveelheid nog aanwezige vervuilde mest.
Wij vragen u om uw medewerking. Als u nog vervuilde mest (met fipronil en/of amitraz) op uw bedrijf heeft liggen en u dat nog niet heeft gemeld, vult u dan het opgaveformulier via deze link.
U kunt deze opgave anoniem doen. Met uw opgave wordt een duidelijker beeld verkregen van de totale hoeveelheid vervuilde mest die nog op de bedrijven ligt en kunnen wij de urgentie nog beter aangeven richting de overheid.
Het Fipronil Meldpunt Gelderse Vallei, ondergebracht bij het Poultry Expertise Centre te Barneveld, verzamelt de informatie. Met uw informatie wordt uiteraard vertrouwelijk omgegaan en het dient geen ander doel dan deze inventarisatie.
Bron: LTO Noord