Binnen de diergezondheidsmonitoring is ruimte gecreëerd voor onderzoek naar gecompliceerde gezondheidsproblemen in de pluimveesector waarvan de oorzaak nog niet helder is. In voorgaande monitoringsflyers is al aangegeven dat GD in dit kader gestart is met enkele monitoringspilots. Aan deze monitoringspilots werken peildierenartsenpraktijken mee. Dit zijn dierenartsen die deelnemen aan VMP of minimaal tien bedrijven in de pluimveesector begeleiden. De resultaten van de pilots worden besproken met deze peildierenartsenpraktijken en na overeenstemming binnen de sector gecommuniceerd.
Eerste monitoringspilot afgerond
Half augustus 2014 is GD gestart met de eerste monitoringspilot ‘Uitval in de eerste levensweek´. In mei 2015 is de eindrapportage opgeleverd met de resultaten van deze pilot. Op basis van de resultaten van deze pilot is inzicht verkregen in de ziekteverwekkers die een rol spelen bij uitval van vlees- en opfokkuikens in de eerste levensweek bij Nederlandse pluimveehouders.
Onderzoeksgroep
Er werden 407 dieren onderzocht uit 22 vleeskuikenkoppels en 8 (vlees)opfokkoppels met een gemiddeld uitvalspercentage in de eerste levensweek van 2,8%.
Resultaten
Uit de monitoringspilot ‘Uitval in de eerste levensweek’ is gebleken dat de uitvalsproblemen op dag 2 en 3 ontstaan, primair bacterieel van oorsprong zijn waarbij in alle koppels een septisch verlopende E. coli-infectie werd aangetroffen. De belangrijkste aanwezige afwijking die tijdens sectie werd aangetroffen was een ontsteking van het hartzakje, maar perihepatitis (ontsteking van het leverkapsel), luchtzakontsteking, gewrichtsontstekingen en navelontstekingen kwamen ook met regelmaat voor. Een antibioticabehandeling in aangetaste koppels was gerechtvaardigd.
Opvallende bevinding
Opvallend was het lage percentage dooierrestontstekingen, wat suggereert dat dat geen besmettingsroute van betekenis vormt.
Antibiogrammen
Van de bacteriële infecties die in de eerste levensweek een rol spelen, is een overzicht van antibiogrammen geformuleerd welke toegepast kan worden in de behandelstrategie van aangetaste koppels.
Onderliggende infecties
Onderliggende infecties komen (vooral in vleeskuikenkoppels) regelmatig voor in de vorm van virusinfecties en een enkele schimmelinfectie. In de onderzochte koppels werden gemiddeld 2,1 verschillende infecties aangetroffen. Alhoewel er histologisch slechts beperkte orgaanschade waargenomen werd die in verband gebracht kan worden met deze onderliggende virus- of schimmelinfecties, kan een verband tussen onderliggende infecties en uitval door bacteriële aandoeningen zeker niet uitgesloten worden. Nader praktijkgericht onderzoek waarin ook diermodellen toegepast worden, kan hier mogelijk meer inzicht in geven.
Bekijk hier de resultaten van de monitoring Diergezondheid van de GD.
Meer informatie
De Gezondheidsdienst voor Dieren
Postbus 9
7400 AA Deventer
T.: +31 (0)900 1770
E.: info@gddiergezondheid.nl
W.: www.gddiergezondheid.nl