Nederland is al de hele week in de ban van de met fipronil vervuilde eieren. Terwijl meerdere toxicologen de gezondheidsrisico’s relativeren, lijken de autoriteiten alleen strikt de regeltjes te willen volgen zonder de noodzakelijke wetenschappelijke relativering.
Martin van den Berg, hoogleraar Toxicologie aan de Universiteit Utrecht, maakt de rel van dichtbij mee. Hij stelt dat de hype en paniek in de media vooral te wijten is aan de onduidelijkheid en soms tegenstrijdigheid van de Nederlandse overheid.
Het is een drukke week geweest voor Martin van den Berg, die – net terug van vakantie – meteen in een crisis terecht kwam. “Afgelopen weekend belde de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD)”, zegt hij. “Of ik advies wilde geven omdat ze een groot probleem zagen aankomen.”
Dat probleem bleek dus het fipronilverhaal, en dat werd twee dagen later een landelijke hype. “Het ligt deze keer aan de Nederlandse overheid dat de zaak in de media zo groot is geworden”, zegt van den Berg, “niet aan de pers of het publiek.” Het begon met de onzekerheid over de mate van besmette eieren, gevolgd door de uitspraak van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, dinsdagavond bij Nieuwsuur, die zei dat mensen beter terughoudend konden zijn met het eten eieren. “Dat was duidelijk te kort door de bocht en ondoordacht”, aldus Van den Berg.
Wetenschappelijk inzicht
Inmiddels was voor toxicologische experts al duidelijk dat het met die (acute) gezondheidsrisico’s wel meeviel – zoals Van den Berg uiteenzette in de Volkskrant. “Alle journalisten die ik gesproken heb, waren niet op zoek naar sensatie, maar wilden een realistische inschatting van de situatie. In de media was genoeg ruimte voor relativering van de gevaren.”
Maar beleidsmakers sloegen de plank mis, volgens Van den Berg. “Door een tekort aan wetenschappelijk inzicht rond dit thema is er geen goede, onderbouwde regie gevoerd. Achteraf kun je concluderen dat ze beter meteen hadden communiceren om welke vervuilde bedrijven het ging, nu werden alle kippenboeren verdacht.”
Van den Berg is vaker kritisch op beleid aangaande gezondheidsrisico’s, maar meestal omdat te laks wordt gereageerd door de overheid. “Normaal gesproken staan economische belangen al snel op gespannen voet met het toxicologisch onderzoek dat de volksgezondheid moet beschermen. Soms moeten de instanties wat mij betreft juist strenger zijn – daarom is het nu ook zo apart dat de overheid de andere kant is doorgeschoten.”