De NVWA publiceerde vandaag de Naleefmonitor 2017-1 voor de pluimveeslachthuizen. Uit die cijfers blijkt dat ze op veel punten een behoorlijk nalevingsniveau realiseren ondanks strenger wordend toezicht door de NVWA. Bij 89% van de ruim 9300 samengestelde metingen die van januari tot en met juni 2017 werden uitgevoerd zijn geen afwijkingen geconstateerd. Dit is een verbetering van 5% ten opzichte van de vorige naleefmonitor.
Op belangrijke componenten is dan ook een duidelijke verbetering zichtbaar ten opzichte van die vorige publicatie, zoals bij het dierenwelzijn en R&O in de aanvoerhal en de persoonlijke hygiëne. De NVWA constateert echter ook dat op onderdelen verbetering mogelijk is. De Nederlandse pluimveeslachterijen zoeken steeds naar mogelijkheden om nog beter te worden. De constateringen door de NVWA worden dan ook serieus genomen. Daarbij hoort volgens NEPLUVI echter wel een aantal nuanceringen.
De Nederlandse pluimveeslachterijen staan onder permanent toezicht van de NVWA. In de eerste helft van 2017 werden maar liefst 9300 metingen uitgevoerd, dat zijn er meer dan 500(!) per slachterij. Gezegd kan worden dat de sector behoort tot de bedrijfstakken met de zwaarste controledruk. Die controledruk zien de pluimveeslachterijen toenemen, niet alleen in aantal controles maar ook op inhoud. De werkwijze van de NVWA is veel strikter dan hoe daar in andere Europese lidstaten mee wordt omgegaan. Over de op onderdelen onjuiste invulling is NEPLUVI het dan ook pertinent oneens met de NVWA. Daarover worden, zoals ook eerder al naar buiten werd gebracht, juridische procedures gevoerd. Op een enkel onderdeel heeft de rechter al in het voordeel van de slachterijen geoordeeld.
In haar bericht rept de NVWA over een neerwaartse lijn in de naleving op het gebied van bedwelmen. Gek genoeg blijkt dit niet uit de gepubliceerde infographics noch uit de toelichting erbij. Sterker nog, zoals ook al in de toelichting bij de gepubliceerde infographics wordt aangegeven hebben veel slachterijen al aanpassingen doorgevoerd in de processen of schakelen over op andere systemen. Deze acties hebben, nu al, tot gevolg dat de mate naleving is gestegen. Dit komt echter nog niet tot uiting in deze naleefmonitor.
Voor een paar onderdelen is de nalevingsscore zeker lager dan verwacht, zoals de R&O van vloeren en wanden. Lager dan verwacht, omdat NEPLUVI geen enkele aanwijzing heeft dat slachterijen minder effort steken in de R&O. De kennelijk dalende trend in de naleving is daarom opvallend. NEPLUVI wil graag met de NVWA in gesprek om te kunnen doorgronden wat de achterliggende oorzaken kunnen zijn. Daar waar sprake is van duidelijke overtredingen is handhaving op zijn plek. Maar de gevonden percentages an sich zeggen niets over de aard van de afwijking. Hierover biedt het rapport van de NVWA onvoldoende houvast.
Houvast biedt het rapport ook niet als het gaat om de vraag wat nu de ernst van de aangetroffen afwijkingen is. In een groot deel van de gevallen zal sprake zijn van kleine “vergrijpen”, nogal eens in de administratieve sfeer, waarbij hygiëne noch dierenwelzijn in het geding is geweest.
De Nederlandse pluimveeslachterijen behoren tot de modernste en meest innovatieve ter wereld. De producten die ze leveren worden over de hele wereld afgenomen en gewaardeerd om hun kwaliteit en veiligheid. Voor een deel komt dit door de strenge regelgeving. Het toezicht dat hier geldt kan daar aan bijdragen maar moet wel conform de regels zijn. Anderzijds passen de Nederlandse bedrijven een eigen kwaliteitsbeleid toe dat veel verder gaat dan de regelgeving. Bedrijven in de pluimveevlees verwerkende sector werken continu aan verdere verbeteringen. Dit komt te weinig tot uiting in het rapport dat nu door de NVWA werd gepubliceerd. NEPLUVI hecht aan een constructief overleg met de toezichthouder om verdere verbeteringen door te kunnen voeren in het kader van onder andere dierenwelzijn en hygiëne.
Bron: NEPLUVI