De Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) heeft kennis genomen van het rapport 'Duurzaam en Gezond' van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI). De Nederlandse vleessector kan zich vinden in de invalshoek van een integraal 'Voedselbeleid'. Hierbij wordt er gekeken naar concrete doelen die op langere termijn mogelijk zijn en waarmee de ambities van het Verdrag van Parijs omgezet kunnen worden in een helder, realistich en bestendig overheidsbeleid. De COV plaatst echter wel enkele kritische vragen en waarschuwt voor een tunnelvisie op vlees.
Bij het rapport geeft de COV een scherpe kanttekening bij het gedeelte waar het gaat om de eenzijdige benadering van de dierlijke sectoren en het (nog) niet optimaal betrekken van het totale agrofood bedrijfsleven als ook het miskennen van het forse sociaaleconomische belang van dit cluster. Overkoepelende thema's, zoals het milieu, moeten integraal benaderd worden en niet geïsoleerd en eenzijdig bij één productgroep zoals bijvoorbeeld 'vlees' of een individuele branche neergelegd worden. Het CO2 vraagstuk wordt daarom door de Raad volledig bij de dierlijke sectoren geplaatst, terwijl volgens het rapport deze ketens juist slechts voor een aandeel van 10% hiervoor verantwoordelijk gehouden kunnen worden. Dat is geen realistisch perspectief en laat daarmee andere sectoren ten onrechte buiten schot. Het (internationale) milieuvraagstuk wordt niet opgelost door een tunnelvisie op 'vlees' én op Nederland.
De Nederlandse agrosectoren zijn al volop bezig met het verminderen van de CO2 footprint. Staatssecretaris Dijkstra heeft dat onderschreven in het rapport 'Energie en Klimaat in de Agrosectoren': 'Deze sector is al jaren toonaangevend. Dit komt door het realiseren van een hoge productie op een klein gebied. Dat heeft ertoe gedwongen om inventief te zijn en door middel van slimme landbouw de gevolgen voor de mens en het milieu zo beperkt mogelijk te houden.' Daar waar sectoren al actief zijn en op koers liggen in het nakomen van de (internationale) afspraken, kan de overheid terughoudend zijn en vooral veranderprocessen gaan stimuleren.
Vleessector cruciaal
Binnen de productieketens vormt de vleessector een cruciale schakel. Vleesondernemingen nemen de technische delen van landbouwhuisdieren af. Op basis daarvan produceren de bedrijven een brede range aan producten, food én non-food, en daarmee produceren ze meer dan alleen vlees. Die bredere scope en de betekenis daarvan blijft veel te veel en te vaak buiten beschouwing.
In het geval van rundervlees en kalfsvlees is de milieu-opdracht onlosmakelijk aan de footprint uitdagingen van de melkveehouderij en de zuivelketens verbonden. Een lagere consumptie van rundervlees en kalfsvlees in Nederland betekent ook totaal niet dat er daarom ook minder melkvee wordt gehouden.
Voor de varkensvleesketens gelden voornamelijk specifieke omgevingsopdrachten. Daarbij zou het beter zijn om de dieren die in ons land worden gehouden zoveel mogelijk zelf tot meerwaarde te brengen op de markten in zowel het binnen- als het buitenland.
Een optimale vierkantsverwaarding is tenslotte cruciaal. Het kunnen vermarkten van alle delen van een karkas kan het verschil maken tussen het behalen van wist of het leiden van verlies. Het vormt daarbij de economische motor voor elke verdere verduurzaming en voor het innovatieve vermogen van de branche.
Verduurzaming
Beide roodvleesketens hebben kansen voor een verdere verduurzaming, zo stelt de COV. Hierbij valt te denken aan de mestverwerking of mestverwaarding en aan bijvoorbeeld het optimaal verwerken van bijproducten en het helpen voorkomen van verspilling. De overheid kan hierbij een grote rol spelen door onder andee de wettelijke belemmeringen weg te nemen en innovaties te gaan stimuleren.
Jos Goebbels, COV voorzitter geeft aan: 'De Nederlandse vleessector heeft een toekomstvisie op basis waarvan het verdere verduurzamen van de ketenproductie in de deelsectoren al geagendeerd is en wordt opgepakt. Zo willen we ons aandeel van 10% in de milieuagenda samen met overheden, stakeholders en ketenpartners innovatief, maar vooral ook realistisch en praktisch invullen. Wetenschap en politiek zijn van belang voor de randvoorwaarden en de kennisontwikkeling. Toch is het uiteindelijk de match tussen de producent en de concument en de markt die zijn werk moet doen. Zo zit het aandeel 'duurzame producten' al jaren in de lift en is er een breed aanbod aan innovatieve en alternatieve producten.'
De overheid wordt door de COV als ondersteunend in het proces gezien en niet als sturend via de wet- en regelgeving of met fiscale maatregelen. Goebbels: 'Om iedere keer de vleestaks opnieuw van stal te halen verandert er niets aan dat dit fiscale idee onuitvoerbaar en contraproductief is, zoals uit meerdere studies is gebleken. Het is cruciaal dat er gewoon meer uitgesproken waardering komt voor de productgroepen en voor de ketens die dat in ons land op maatschappelijke verantwoorde manier produceren. We lopen mondiaal voorop in het verder verduurzamen. We hebben daarmee een florerende bedrijfstak, waar enkele tienduizenden mensen iedere dag ongeveer 100 miljoen mensen in zowel het binnen- als het buitenland van hoogwaardige voeding voorzien. En wat daarnaast zorgt voor zo'n 10 miljard euro omzet per jaar. De Raad onderschat deze prestatie. Ik zie geen enkele ecologische verduurzaming zonder een duurzaam economisch perspectief. We gaan die dialoog daarom graag aan.'
Bron: COV