De 2 mannen die verdacht worden van het gebruik van fipronil bij pluimveebedrijven mogen het strafrechtelijk onderzoek in vrijheid afwachten. Dat oordeelde de raadkamer van de rechtbank Overijssel.
Geen gronden meer voor gevangenhouding
De raadkamer oordeelt dat er geen gronden meer zijn om de 2 verdachten langer vast te houden en heeft de voorlopige hechtenis opgeheven.
Ernstige bezwaren en gronden
Om verdachten in voorlopige hechtenis te nemen of om deze te verlengen moeten er voldoende ernstige bezwaren en gronden zijn. Dat betekent ten eerste dat het Openbaar Ministerie een gegronde verdenking moet hebben van een strafbaar feit. Dit is naar het oordeel van de rechtbank nog steeds het geval. Ten tweede moeten er gronden zijn. Gronden voor voorlopige hechtenis zijn bijvoorbeeld het belang van het lopende onderzoek, de vrees voor herhaling of het feit dat er sprake is van een geschokte rechtsorde. De rechtbank oordeelt dat de gronden thans niet langer aanwezig zijn.
Fipronil bij pluimveebedrijven
Het Openbaar Ministerie verdenkt de 2 bestuurders van een ontsmettingsbedrijf ervan dat zij het bestrijdingsmiddel fipronil hebben gebruikt bij pluimveebedrijven in Nederland en dat zij daarmee de volksgezondheid in gevaar hebben gebracht. Daarnaast worden zij verdacht van het voorhanden hebben van een verboden biocide.
Bron: Rechtspraak.nl