Het intensieve veehouderijcomplex is opgebouwd uit de vleeskalveren-, de varkens-, de legpluimvee- en de vleeskuikenbedrijven (totaal 6.101 bedrijven in 2016) en de bij deze sectoren horende slachterijen en vleesverwerkers. Daarnaast maken ook toeleveranciers en distributiebedrijven deel uit van dit complex voor het deel dat zij leveren aan de primaire intensieve veehouderijbedrijven of de verwerkende industrieën.
Toegevoegde waarde intensieve veehouderijcomplex
De toegevoegde waarde van het intensieve veehouderijcomplex steeg in 2016 – het meest recente jaar waarvoor de cijfers beschikbaar zijn – tot zo’n 6,8 miljard euro. De toename is vooral het gevolg van betere prijzen voor zowel eieren, vleeskuikens, biggen als vleesvarkens (zie). De toegevoegde waarde van dit complex, in 2016 zo’n 1% van de nationaal toegevoegde waarde, hangt volledig samen met de verwerking van binnenlandse agrarische grondstoffen: de import van agrarische grondstoffen door de slachterijen van varkens, pluimvee en vleeskalveren is vrijwel nihil. Evenals bij de grondgebonden veehouderij wordt de invoer van veevoergrondstoffen toegerekend aan het akkerbouwcomplex. Zo’n 51% van de toegevoegde waarde van het intensieve veehouderijcomplex kwam tot stand in de toelevering. De primaire bedrijven en de distributiebedrijven leverden een bijdrage van rond 10% aan de toegevoegde waarde, de verwerkende industrie circa 28%.
Werkgelegenheid intensieve veehouderijcomplex
De totale werkgelegenheid van het intensieve veehouderijcomplex kwam in 2016 uit op ruim 91.000 arbeidsjaren. Bijna één vijfde van de werkgelegenheid in dit complex zit op de primaire bedrijven; dat is twee keer zoveel als de bijdrage aan de toegevoegde waarde, wat duidt op een relatief lage toegevoegde waarde per arbeidskracht op de primaire bedrijven in vergelijking met de overige schakels in het complex. De toelevering neemt in het complex ongeveer de helft van de werkgelegenheid voor rekening, de verwerkende industrie circa een kwart en de distributie 6%. Sinds 2010 is de werkgelegenheid – relatief gezien – het meest toegenomen in de verwerkende en toeleverende schakels van het complex.
Bron: Agrimatie, 01-10-2018