Het was een vreemde dag. Ik was op weg naar de praktijk en werd gebeld door een pluimveehouder. Het viel hem op dat het antibioticumgebruik op zijn bedrijf was toegenomen en hij vroeg of ik die trend bij andere pluimveebedrijven ook zag.
Ik vertelde de pluimveehouder dat ik die ochtend in alle vroegte al bij de huisarts was geweest. Nog geen half jaar geleden was ik er ook geweest. Ook met dezelfde klachten: koorts en een aanhoudende hoest die steeds pijnlijker werd. De huisarts adviseerde mij toen rust te nemen en dan zou het wel goed komen. Het kwam inderdaad goed, maar er gingen wel twee weken overheen. U begrijpt het al, welke zelfstandig ondernemer neemt ongepland twee weken rust…?
Huisartsbezoek
De huisarts stelde voor een antibioticumkuur voor te schrijven. Ik vond dat een goed idee, omdat ik niet weer twee weken ziek wilde zijn. De huisartspraktijk had geen eigen apotheek meer, dus moest ik vervolgens op pad naar een zelfstandige apotheek om een kuur ‘doxycycline’ op te halen. Over het afnemen van een uitstrijkje voor een bacteriekweek, een reincultuur en een er op volgende gevoeligheidstest, zoals we in de pluimveehouderij gewend zijn, werd niet gesproken. Ik besefte mij toen, dat we de kanalisatie en de toepassing van antibiotica in de veehouderij (mede dankzij onze standsorganisaties Avined en KNMvD) gelukkig effectiever en efficiënter hebben ingericht dan in de humane sector.
Bloedonderzoek
De landelijke NCD monitoring bepaalt dat van elke koppel vleeskuikens bloed wordt afgenomen. Onze praktijk vriest sinds enkele jaren een deel van dit bloed (‘serum’) in voor mogelijk vervolgonderzoek. Ook van het bedrijf van de bovengenoemde pluimveehouder was serum ingevroren. Na overleg met de pluimveehouder werd dit serum ingestuurd naar de GD om te zien of er wellicht een virusinfectie door het koppel was gegaan. Met deze manier van werken kan, ook nadat de kuikens al enige tijd geleden zijn geslacht, toch nog vastgesteld worden of er van een virusinfectie sprake is geweest.
Natuurlijke bescherming
Het lichaam beschermt zich tegen een bacteriële invasie door middel van de huid en de slijmvliezen. Ongewenste bacteriën die toch in de bloedbaan terecht komen worden door het immuunsysteem efficiënt opgeruimd. De huid, de slijmvliezen en het immuunsysteem werken hierbij intensief samen. Virusinfecties kunnen, net als bij de mens, het slijmvlies van de luchtwegen beschadigen, waardoor bacteriën zich kunnen vastzetten en zich kunnen vermenigvuldigen. In gezonde luchtwegen zorgen de trilhaartjes voor een continue stroom slijm, die stofdeeltjes en bacteriën meeneemt naar de keelholte. Dit slijm wordt vervolgens ingeslikt, waarna de bacteriën in de maag door het maagzuur worden afgedood. Bacteriën die toch in de bloedbaan terechtkomen, worden vervolgens door het immuunsysteem effectief opgeruimd. Zonder virusinfecties werkt dit systeem perfect.
Oosten wind
Het is u vast ook opgevallen dat de wind de afgelopen maanden een tijd uit het oosten heeft gewaaid. Meestal gaat het dan om droge lucht, die meer stof bevat. Dit stof kan over grote afstanden virusdeeltjes van heinde en verre meenemen. Het valt mij op, dat na een lange periode van droog weer telkens een periode komt, waarbij bij ons pluimvee meer virusinfecties worden vastgesteld. Denk hierbij bijvoorbeeld aan IB-virus, TRT-virus, Gumboro-virus en CAV-virus. Deze infecties zien we de laatste tijd dan ook vaker in het genoemde bloedonderzoek terug. IB- en TRT-virussen zijn virussen die de slijmvliezen van luchtwegen beschadigen en Gumboro- en CAV-virus zijn virussen die het immuunsysteem beschadigen. Het is daarom niet moeilijk voor te stellen, dat bij een beschadiging van het slijmvlies en van het immuunsysteem bacteriële infecties gemakkelijker zullen optreden. Een hoger antibioticumgebruik is het logische gevolg.
Vaccinatie is maatwerk
Sommige virussen hebben de eigenschap om met enige regelmaat te muteren, waardoor gangbare vaccinaties niet effectief zijn. Het IB-virus is hiervan een bekend voorbeeld. In sommige gevallen is er juist sprake van zogenaamde kruisbescherming, waardoor vaccinaties tegen de ene veldstam ook bescherming tegen een andere veldstam bieden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de IB-stammen D388 en 793B. Maar in andere gevallen werken vaccins vrijwel niet tegen hele specifieke veldstammen, zoals tegen de ‘oude’ IB-stam D1466 of de recent ‘ontdekte’ IB-stam D181.
Gumboro-virussen muteren niet snel. Alle in Nederland geregistreerde vaccins wekken bescherming op tegen de in het veld circulerende veldstam DV86. Wel zit er verschil in het moment waarop het vaccin kan worden toegepast, de mate van spreiding van het vaccinvirus tussen de kuikens onderling en de schade die de zogenaamde ‘intermediate plus’ stammen aan de bursa kunnen veroorzaken. In overleg met uw dierenarts en op geleide van een entdagbepaling op basis van bloedonderzoek, kan voor uw bedrijf het juiste plan van aanpak worden opgesteld.
Onderschat probleem?
In het bovenstaande is nog één ziekte onbelicht gebleven. Deze ziekte verdwijnt regelmatig uit de aandacht, maar kan mijns inziens niet overgeslagen worden. Bij koppels met luchtweginfecties zien we deze ziekte namelijk regelmatig als complicatie optreden. Het betreft de bacterie Mycoplasma synoviae, ook wel afgekort tot Ms. Ms is een bacterie die vooral verticaal (dus van het moederdier op het eendagskuiken) wordt overgedragen. In het bloedonderzoek van koppels met ernstige luchtweginfecties blijkt namelijk vaak Ms voor te komen. Het lastige van een Ms-infectie is dat het in principe symptoomloos kan verlopen, maar dat het een luchtweginfectie ten gevolge van een IB- of TRT-infectie kan versterken, waardoor ernstige luchtzakontstekingen (en verhoogde afkeur aan de slachtlijn) kunnen ontstaan.
Evaluatie
Vanmiddag zat ik met de pluimveehouder en de adviseur om de tafel om de afgelopen koppels te evalueren. We namen laboratoriumverslagen door, bepaalden de risicofactoren op het bedrijf en werkten een plan van aanpak uit. Dit plan van aanpak bevatte o.a. een aanpassing van het vaccinatieschema, een aanpassing van het voerschema, een intensievere bedrijfsbegeleiding met aanvullend laboratoriumonderzoek en een intensievere uitwisseling van informatie.
We zaten bij de pluimveehouder bij de openslaande tuindeuren en het waaide een beetje. De adviseur klaagde over een kuchje. En dat kuchje duurde al bijna twee weken…
Drs. Gerwin Bouwhuis
Pluimveedierenarts bij het GvP in Emmen