Eind juni kwam het MARAN rapport uit. Hierin staat de ontwikkeling van de antibioticaresistentie en het antibioticagebruik bij landbouwhuisdieren beschreven. De resistentie van bacteriën tegen antibiotica bij pluimvee is in 2017 verder gedaald, zo blijkt uit dat rapport. Volgens de experts volgt dit op: “een verder daling antibioticagebruik bij de pluimveebedrijven.’
Erik de Jonge van AVINED constateert naar aanleiding van het rapport – dat zowel informatie over het gebruik van antibiotica (afkomstig uit het rapport van de SDa) als over de resistentieontwikkelingen bij landbouwhuisdieren – dat aan de daling van het antibioticagebruik een breed scala aan maatregelen ten grondslag ligt. “In het MARAN rapport melden experts op basis van de resistentiemonitoring dat de daling in het gebruik bij vleeskuikens zichtbaar leidt tot een daling van de antibioticaresistentie bij vleeskuikens”, zo legt De Jonge uit. “Daar hebben de reductieprogramma’s geleid tot 75 procent daling in acht jaar. De mindset met betrekking tot antibioticagebruik is in de gehele pluimveebranche enorm verbeterd. Dat is een basisvoorwaarde. Daarnaast krijgen individuele bedrijven elk kwartaal rapporten over hun gebruik. Op basis van een gemiddelde zijn die bedrijven in categorieën onderverdeeld: rood is te hoog, oranje vereist aandacht en groen is binnen de norm. Bij een hoger verbruik (rood) dan gemiddeld zijn maatregelen getroffen. Die zijn niet heel zwaar, een pluimveehouder moet samen met zijn dierenarts een verbeterplan maken.”
Bewustwording
“Ook het jaarlijkse bedrijfsgezondheidsplan maakt antibioticagebruik inzichtelijk. En tot slot kunnen we stellen dat dierenartsen en pluimveehouders – door middel van een beter algemeen management – zich de afgelopen jaren ook veel bewuster geworden zijn van hun rol als het gaat om het terugdringen van antibiotica. Die combinatie van factoren heeft gezorgd voor de daling in het gebruik van antibiotica en daarmee de antibioticaresistentie-daling”, aldus De Jonge.
Concepten
In de eerste periode (2010/2014) waarin het gebruik werd aangepakt werden de pijlen vooral gericht op de reguliere kuikens. Vanaf 2014/2015 zorgde de toename van het aantal zogeheten ‘conceptkuikens’ voor een versnelling van het terugdringingsproces: “Trage groeiers, tussensegmenten, kip van morgen en alle andere concepten die in de afgelopen jaren zijn opgezet hebben gezorgd voor een extra daling in het antibioticagebruik, omdat het antibioticagebruik bij deze kuikens lager is dan bij reguliere kuikens. Ook ontwikkelingen als het uitkomen in de stal (on-hatch farming) of juist nieuwe broederijtechnieken zorgen voor gezondere, sterkere kuikens. Naarmate meer bedrijven omschakelen naar deze nieuwe (bedrijfs)structuren zien we het gebruik verder dalen.”
AVINED heeft een uitgebreide database, dus er is veel informatie. Niet alleen over het gebruik, maar ook in welke levensweek antibiotica is toegepast en na welke diagnose de dierenarts het gebruik heeft voorgeschreven. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen traaggroeiend en regulier. Deze data wordt gebruikt om de antibiotica-aanpak in de sector aan te scherpen.
Veermonsters
De Jonge: “Wij hebben een programma ontwikkeld waarin we monsters van veren bij pluimveebedrijven analyseren op allerhande antibiotica. AVINED neemt een forse steekproef bij opfok- en vleeskuikenbedrijven. Die betreffende monsters sturen we naar een lab de monsters analyseert op een groot aantal antibiotica. Zo proberen we het gebruik in de sector te borgen en aan te tonen dat antibiotica correct worden gebruikt én geregistreerd.”
Ook in de legsector worden maatregelen genomen, maar een stuk minder omdat daar het gebruik sowieso al een stuk lager ligt. De Jonge: “Bij de opfok- en vermeerderingsbedrijven van ouderdieren zijn duidelijk nog stappen te zetten. Het meeste succes boeken we in de vleeskuikensector, maar ook alle andere deelsectoren hebben onze aandacht.”
“Sector niet blijven stressen met maatregelen”
De cijfers uit het MARAN-rapport stemmen De Jonge dan ook tevreden, maar er is nog een lange weg te gaan. “We willen op termijn natuurlijk nog lagere cijfers kunnen voorleggen, maar dat moet wel in een realistisch tijdpad. Op dit moment moeten we denk ik een stap op de plaats maken om het haalbaar te houden voor de sector. De eerste focus is om bedrijven uit de ‘rode categorie’ aan te pakken. Dan hebben we het over een veertien procent van alle pluimveebedrijven in Nederland. Er wordt gekeken of daar specifieke problemen spelen die we kunnen aanpakken. We blijven inzetten op een verdere reductie, maar willen vooral zorgen dat de huidige situatie stabiel wordt. We zijn absoluut niet tegen het gebruik van antibiotica, maar we zijn met zijn allen bezig om situaties te creëren waarin dit zo weinig mogelijk nodig is. In Nederland hebben de sector en de dierenartsen al flinke stappen gezet, zo laat dit rapport zien en daar mogen ze best trots op zijn”, zo besluit de woordvoerder van AVINED.