Door een stukje ketenbeheersing en het afleveren van iets minder kilo’s per vierkante meter, is het vleeskuikenhouder Tjeerd Jukema uit Wijnaldum gelukt de uitval van het afgelopen jaar terug te brengen naar 2,7 procent. Twee jaar geleden stapte het bedrijf over op het RoyalTop-concept. Resultaat is rust in de twee stallen en slechts één keer was het nodig om dit jaar bij een koppel antibiotica te gebruiken. “Alle schakels in de keten van broedei tot slacht betrekken om kwaliteit te kunnen garanderen.”
Met zo weinig mogelijk grondstoffen en energie zoveel mogelijk kilo’s met kwaliteit afleveren. Het is voor Tjeerd Jukema de uitdaging binnen een duurzame bedrijfsvoering. De cijfertjes zijn voor hem van ondergeschikt belang. “Natuurlijk zijn de verdiensten belangrijk. Maar als je merkt dat je uitval onder controle hebt en bij de vijftien bij slechts één koppel in twee jaar tijd antibiotica hebt hoeven te gebruiken, dan geeft dat zoveel werkplezier. Bovendien zijn het geen slechte resultaten toch?”, vertelt de Friese pluimveehouder.
Samen met zijn ouders runt Jukema een akkerbouw- en vleeskuikenbedrijf. In de twee stallen houdt hij 75.000 vleeskuikens volgens RoyalTop. Het ketenconcept combineert dierenwelzijn met duurzaamheid. “We waren eerst bij een ander slachtbedrijf aangesloten, maar kregen steeds meer het gevoel een nummer te zijn.” Bovendien begon hij zich zorgen te maken over de hoge afkeuring. “Als we op dezelfde manier doordraaien zullen we de concurrentie met het buitenland niet winnen. Bovendien worden de marges dan wel heel klein.’’
Duurzaamheidseisen in de keten
RoyalTop stelt duurzaamheidseisen aan alle ketenpartijen. Doel is om het gebruik van grondstoffen en energie te verlagen. Hierdoor ontstaat een lagere CO2-foodprint in de keten en minder afval. Dat levert een lagere milieubelasting op. Met dierenwelzijn wordt er boven het wettelijke niveau gezet. Er wordt gemeten aan de hand van harde criteria als voetzoolscores, vangletsel en early feeding.
Earlyfeeding-kuikens
NoviPlus gecertificeerde vermeerderingsbedrijven produceren alle broedeieren. Voor de broederij is gekozen voor earlyfeeding-kuikens hierbij kun je in het concept kiezen voor Lagerwey uit Lunteren of Van Hulst uit Veldhoven. ‘’Wij hebben gekozen voor Van Hulst. Wij broeden de eieren uit op zaagsel in de stal. Dit geeft veel rust in de stal. Echter, moet dit wel bij je passen”, stelt Jukema.
De Heus is de aangewezen voerleverancier. “Het gaat om voer voor reguliere kuikens, maar wel speciaal voor het concept RoyalTop samengesteld. Bij ons levert dit op dit moment droge stalen op. Er wordt bijvoorbeeld gestuurd op slachtresultaten, geen gmo en darmgezondheid. Met het voer kan direct op belangrijke zaken als gezondheid en dierenwelzijn worden ingespeeld. Vleeskuikenhouders kunnen zo de meeste bonussen behalen.”
Vleeskuikenhouder krijgt inzicht in slachtgegevens
De kuikens worden geslacht door GPS en koppelt alle slachtgegevens terug. De vleeskuikenhouder krijgt hiermee inzicht in zijn resultaten. Het beheersen van salmonella is binnen RoyalTop ook van belang. Als dit wordt geconstateerd, wordt in een bestrijdingsplan met financiële compensatie voorzien om zo snel mogelijk weer van de salmonella af te komen.
“Iedere schakel in de ketting is belangrijk”
Jukema raakte overtuigd van het ketenconcept. “Iedere schakel in de ketting is belangrijk. Door deze vergaande samenwerking kun je veel beter sturen op kwaliteit.” Er wordt een marktconforme prijs uitbetaald. “Bovendien werkt RoyalTop volgens een bonussysteem. Het doel is natuurlijk om ‘plusvlees’ af te leveren.”
Lagere bezetting, betere controle
Waar het vleeskuikenbedrijf uit Wijnaldum eerst een bezetting van 42 kilo per vierkante meter afleverde, zit het nu op een kleine 39 voortschrijdend gemiddelde. “De extra ruimte voor de kuiken is natuurlijk ook een mooi signaal richting Den Haag. Met RoyalTop sorteren we ook al voort op eventuele nieuwe regelgeving.” Jukema merkt echter ook dat je makkelijker kunt sturen. “We hebben ruimte om scherper te zijn op bijvoorbeeld voetzooltjes.”
“Bonus is gebaseerd op dierenwelzijns, juiste gewichten, geen vangschade, minimaal antibioticagebruik en lage uitval”
Binnen het concept wordt een reguliere vleesprijs met een bonus uitbetaald. “De plus is gebaseerd op dierenwelzijnscriteria, juiste gewichten, geen vangschade, minimaal antibioticagebruik en lage uitval. Gewichtsinschatting is overigens wel wat lastig, maar proberen ons best te doen om deze laatste halve cent er bij te krijgen.”
Voorzitterschap stichting
De overstap naar het ketenconcept heeft volgens Jukema voor hem goed uitgepakt. Van het gevoel ‘een nummertje’ te zijn, is totaal geen sprake. Sterker nog, de jonge Fries is sinds kort zelfs voorzitter van de RoyalTop-stichting. Alle betrokken ketenpartners zijn daarin vertegenwoordigd. “De aangesloten vleeskuikenhouders hebben als stichtingslid inspraak over de besluiten voor de toekomst van het RoyalTop-concept. De stichting moet ook zorgen voor korte lijntjes. Als een vleeskuikenhouder een probleem heeft met bijvoorbeeld het voer, dan nemen we daar notie van. Als op hetzelfde moment tien anderen bij ons aankloppen, dan wordt het tijd om met de voerleverancier te kijken waar het probleem zit.”
Jukema over RoyalTop
Jukema hoopt dat RoyalTop door goede communicatie binnen de keten continu zorgt voor verbetering, waardoor het ketenconcept naar een nog hoger niveau wordt getild. Hij verwacht met zijn voorzitterschap daar een steentje bij te dragen. “Het concept moet na twee jaar nog wel groeien. Het gaat dan enerzijds om een stukje marktwerking, die past bij kwaliteitsbeleving. Aan de andere kant stapt een boer ook niet zomaar over. Ze zitten vaak al jaren bij een bepaalde voerleverancier, broederij of slachterij. De kracht van het RoyalTop-concept is echter de ketenbeheersing en -controle. Daar hebben een vaste groep ketenpartijen zich aan gecommiteerd. Het positieve verhaal moet uiteindelijk niet alleen vleeskuikenhouders, maar ook afnemers van hoogwaardig pluimveevlees over de streep trekken.”
Akkerbouw en vleeskuikens kunnen bij Jukema’s niet zonder elkaar
Op het gemengde bedrijf in Wijnaldum proberen vader Jaap, moeder Aukje en zoon Tjeerd Jukema zoveel mogelijk de kringlopen te sluiten. Tarwe wordt zoveel mogelijk gebruikt voor het voeren van de 75.000 vleeskuikens. De mest uit de stallen wordt weer over het land uitgereden. Op honderd hectare worden verschillende gewassen geteeld, waaronder pootaardappelen. “Het één kan niet zonder het ander”, legt Tjeerd Jukema uit. “Als je kijkt naar arbeid dan is akkerbouw de hoofdtak”, haakt Jacob Jukema in. Samen met zijn vrouw Aukje besloot hij om in 1996 met vleeskuikens te beginnen. “Eigenlijk is dat uit nood geboren. De prijzen in de akkerbouw stonden fors onder druk. Het advies was om het bedrijf te verbreden. In die tijd was de vleeskuikenhouderij met een voerwinst van 0,70 gulden per afgeleverde kuiken gewoon erg interessant. Onder begeleiding zijn we begonnen. Ik ben me op de teelt blijven richten, Aukje op de vleeskuikens.” De ‘gok’ heeft uiteindelijk goed uitgepakt. “Het bedrijf staat er stabiel voor. Dit komt onder andere doordat er bij de kuikens een vast inkomen ontstaat. Er gaat veel meer tijd zitten in de akkerbouw dan in vleeskuikens”, legt Tjeerd Jukema uit. Zijn hart ligt echt bij het pluimvee. “Het leeft. Als de kippen zich niet lekker voelen zie je dat en kun je er adequaat wat aan doen. Dat vind ik prachtig. Toch blijft het de combinatie, die ons bedrijf sterk maakt.”
Tekst: Martin de Vries
Dit artikel is afkomstig uit de Pluimveekrant (december 2019). Wilt u de krant ook ontvangen? Klik hier en meld u gratis aan!