Wat kan er in twintig jaar veel veranderen. In die jaren bezocht ik, toen als jonge dierenarts, het jaarcongres van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde. Eén van de sprekers was een Belgische filosoof. Ik kan me nog goed herinneren dat die spreker een voor die tijd opmerkelijke uitspraak deed. Hij voorspelde dat, net zoals bij mensenrechten, ook dierenrechten zouden worden uitgeroepen. Sterker nog, hij voorspelde dat er dierenrechtenorganisaties zouden worden opgericht. In de congreszaal werd gniffelend gereageerd, maar achteraf gezien zat hij er niet ver naast…
Geschiedenis
In 1945 werden de Verenigde Naties opgericht. Enkele belangrijke doelen waren de wereldvrede te bewaren (met de Tweede Wereldoorlog toen nog vers in herinnering) en de rechten van de mens te beschermen. Deze rechten hebben betrekking op bijvoorbeeld het recht op gelijke behandeling, het recht op bescherming tegen marteling, de vrijheid van meningsuiting, het kiesrecht en sociale rechten (zoals het recht op voedsel) en economische rechten (zoals het recht op gezondheid). De bovengenoemde spreker op het congres trok de lijn van het kiesrecht door naar de toekomst. Vroeger hadden alleen mannen het politieke stemrecht, maar later kregen ook vrouwen kiesrecht. Ook de mensenrechten veranderden in de loop van de tijd. Zo werd onder andere kinderarbeid verboden.
Dierenrechten: de vijf vrijheden
Een toenemende welvaart in een land gaat hand in hand met een toenemend welzijnsbewustzijn. In een ontwikkeld land projecteren bewuste burgers hun voorrechten ook op hun omgeving. Als mensen recht hebben op onder andere bescherming, voedsel en gezondheid, dan zouden dieren dan ook moeten hebben, zo is de redenatie. Deze gedachtegang is opgepakt door de Britse Farm Animal Welfare Council en verwerkt tot de zogenaamde vijf vrijheden voor dieren: (1) het recht vrij te zijn van honger en dorst, (2) het recht vrij te zijn van ongerief, (3) het recht vrij te zijn van pijn, verwonding en ziektes, (4) het recht vrij te zijn van angst en chronische stress en (5) het recht vrij te zijn om natuurlijk gedrag te kunnen vertonen. De rechten hebben dus niet alleen betrekking op de diergezondheid, maar ook op het dierenwelzijn.
Kip van morgen
Ook in Nederland werden dierenrechten organisaties, zoals Wakker Dier en de Dierenbescherming, opgericht. Deze organisaties kregen invloed op het Nederlandse politieke klimaat. Zo werden er door de Partij voor de Dieren in 2012 Tweede Kamervragen aan de minister van Landbouw gesteld over locomotie stoornissen (kreupelheid) bij vleeskuikens. De minister verklaarde dat deze kreupelheid zou kunnen samenhangen met managementfactoren en genetica. Het duurde dan ook niet lang voordat de overheid, onder druk van de Tweede Kamer, normen voor voetzoollaesies opstelde. De dierenrechtenorganisaties oefenden ook invloed uit op supermarktorganisaties. Dit resulteerde er in dat het Productschap voor Pluimvee, Vlees en Eieren en het CBL (de koepelorganisatie voor supermarkten) overeenkwamen dat uiterlijk in 2020 in Nederlandse supermarkten alleen vlees van duurzaam geproduceerde vleeskuikens verkocht zou worden. Dit zogenaamde tussensegment (tussen biologisch en regulier in) werd Kip van Morgen genoemd.
Concepten
De Kip van Morgen werd door supermarkten onder verschillende benamingen in de winkel aangeboden. Inmiddels heeft elke supermarkt wel één of meerdere concepten. Elk concept heeft eigen voorwaarden waaraan het moet voldoen. Deze voorwaarden zijn vaak te linken aan één of meer van de bovengenoemde vrijheden voor dierenrechten, zoals het recht op natuurlijk gedrag of het vrij zijn van pijn. Deze worden dan vertaald naar bepaalde kenmerken van het betreffende concept zoals de bezetting, de slachtleeftijd, de beschikking over daglicht, een buitenuitloop, afleidingsmaterialen, de voersamenstelling en de maximale daggroei.
Volksgezondheid en voedselveiligheid
Ook op het gebied van volksgezondheid en voedselveiligheid zijn in de loop van de tijd stappen gemaakt. Zo is de algemene diergezondheid sterk verbeterd door het nemen van managementmaatregelen, aanpassingen op het gebied van genetica en aanpassingen van de voeding van vleeskuikens. Dit blijkt onder andere uit de sterke daling van het gebruik van antibiotica. Verder wordt bij de conceptkuikens sterk gefocust op het voorkomen van Salmonella infecties. Een reductie van het antibioticumgebruik en de preventie van Salmonella infecties heeft als ultiem doel de volksgezondheid en voedselveiligheid en daarmee het imago van pluimveevlees te verbeteren.
Concepten met reguliere kuikens
Ook bij regulier gehouden vleeskuikens zien we dergelijke ontwikkelingen terug. Zo zien we in het algemeen een hoger gezondheidsniveau (af te leiden aan een lager antibioticumgebruik) en een beter dierenwelzijn (af te lezen aan een betere voetzoollaesiescore). Verder zijn er concepten met regulier gehouden vleeskuikens die een bonus uitbetalen indien afleidingsmaterialen in de stal en geen ‘kritische’ antibiotica worden toegepast. Ook de toepassing van ‘early-feeding’ en ‘on-farm-hatching’ zijn innovaties die bij de regulier gehouden vleeskuikens worden toegepast en die het imago van de sector positief beïnvloeden.
Mensenrechten
Uit bovenstaande blijkt dat in ons land naast de mensenrechten ook de dierenrechten vrij ver ontwikkeld zijn, met name op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn. Dit terwijl in andere delen van de wereld de mensenrechten nog niet gewaarborgd kunnen worden. En verder staat bij voorbeeld het gezondheidsniveau van kinderen in bepaalde landen nog steeds op een bedenkelijk niveau. Ter vergelijking: zo sterven er in West-Europa gemiddeld 0,5% van de kinderen in hun eerste vijf levensjaren, terwijl dit in de landen rond de Afrikaanse Sahara nog 7,7% is. Laten we daarom in ons streven naar een hoger welzijnsniveau (voor mens en dier) in Europa ook de rest van de wereld niet uit het oog verliezen.
Drs. Gerwin Bouwhuis,
pluimveedierenarts bij het GvP in Emmen