Kippenkuikens zijn zogenaamde 'nestvlieders', wat betekent dat ze al behoorlijk volgroeid uit het ei komen en vrijwel direct op zoek gaan naar eten. Kuikens die in een broederij uit het ei kruipen, moeten echter – voor ze eindelijk toegang krijgen tot voedsel en water – eerst naar de stal van de vleeskuikenhouder getransporteerd worden.
In praktijk betekent dit dat ze meerdere uren zonder water en voer kunnen zitten, in een fase waarbij belangrijke voedingsstoffen en vocht nu juist cruciaal zijn voor hun ontwikkeling. Het is dan ook niet vreemd dat de 'Early Feeding' trend die dit probleem aanpakt, een snelle opmars maakt.
Volgens de officiële planning, hoort een kuiken op dag 21 uit het ei te komen. “In de praktijk is de zogenaamde 'hatch window' (red. uitkomst spreiding) echter een stuk ruimer; het uitkomen van alle kuikens verspreidt zich meestal over een langere periode”, legt pluimveevoedingsdeskundige Marien van den Brink van Twilmij uit. “Dat betekent bijvoorbeeld dat sommige kuikens al op dag twintig ter wereld kunnen komen. En voordat de kuikens eindelijk op transport gaan, moeten er in de meeste gevallen eerst nog een aantal handelingen plaatsvinden, zoals seksen, sorteren en enten. Sommige kuikens zitten daardoor best lang zonder voer en water, precies in de belangrijkste fase van hun ontwikkeling.”
"Belangrijkste fase van hun ontwikkeling"
Darmontwikkeling
Via een toenemende hoeveelheid onderzoek komen steeds meer voordelen van Early Feeding aan het licht. Van den Brink wijst onder andere op een betere darmontwikkeling. “Een onderzoek uit 2003 liet al zien dat de kuikens die direct toegang hadden tot goed voer, darmvlokken ontwikkelden die – na zeven dagen – maar liefst tweemaal zo lang (driehonderd µm i.p.v. honderdvijftig µm, zie: tabel 1) waren. Dit leidt niet alleen tot een betere voedselopname, en dus een betere voederconversie, maar ook tot een sterker immuunsysteem, waardoor bijvoorbeeld het antibioticagebruik kan worden beperkt.”
"Waardevolle nutriënten uit de dooier optimaal benutten"
Van den Brink realiseert zich dat kuikens de dooier kunnen gebruiken om de eerste fase te overbruggen. Toch maakt dit Early Feeding niet overbodig. “Als er geen voer beschikbaar is wanneer een kuiken uit het ei komt, worden de waardevolle nutriënten uit de dooier niet optimaal benut. Het dier verbrandt ze dan simpelweg, terwijl ze – als het direct voedsel heeft – juist een belangrijke impuls kunnen geven aan de groei en de ontwikkeling. Eigenlijk is het dus jammer om die hoogwaardige voedingsstoffen uit de dooier op deze manier te verspillen”, legt de pluimveevoedingsdeskundige uit.